Gemeenteblad van Lelystad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2025, 263229 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2025, 263229 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Lelystad
Overwegende dat:
de Omgevingswet op 1 januari 2024 in werking is getreden;
de gemeente Lelystad met de inwerkingtreding van de Omgevingswet van rechtswege een omgevingsplan heeft gekregen dat bestaat uit voorheen geldende bestemmingsplannen, het overgangsrecht in hoofdstuk 22 van het omgevingsplan (de "bruidsschat") en enkele regels uit gemeentelijke verordeningen;
de regels uit gemeentelijke verordeningen die gaan over de fysieke leefomgeving en die geen onderdeel uitmaken van het van rechtswege verkregen omgevingsplan ook een plek horen te krijgen in het omgevingsplan om te komen tot een omgevingsplan dat past binnen de kaders van de Omgevingswet;
een wijziging van het omgevingsplan nodig is om deze regels deel uit te laten maken van het omgevingsplan;
deze wijziging van het omgevingsplan hier een eerste stap in beoogt te zetten door een deel van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 over te zetten naar het omgevingsplan;
een kennisgeving van het voornemen om het omgevingsplan te wijzigen ten behoeve van de omzetting van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving op 5 februari 2025 gepubliceerd is met de titel: Kennisgeving voornemen Wijziging Omgevingsplan gemeente Lelystad: Verordening fysieke leefomgeving 1 (Gemeenteblad 2025, 46804); en
een wijziging van het omgevingsplan eerst in ontwerp ter inzage moeten worden gelegd voordat deze vastgesteld kan worden.
besluit om de regels, opgenomen in bijlage A, als onderdeel van het Omgevingsplan gemeente Lelystad als ontwerp ter inzage te leggen.
Dit ontwerp betreft de wijziging van het "Omgevingsplan gemeente Lelystad" opgenomen in Bijlage A.
De onderbouwing van deze wijziging omgevingsplan is opgenomen in de Motivering.
De wijziging van het omgevingsplan gaat over de omzetting van een deel van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 naar het omgevingsplan.
Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders, 10‑06‑2025.
Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Lelystad.
A
Artikel 1.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voor dit omgevingsplan gelden de begripsbepalingen in bijlage I.
Voor dit omgevingsplan gelden ook de begripsbepalingen uit:
De begripsbepalingen in bijlage IVI bij dit omgevingsplan gelden niet voor de regels in hoofdstuk 22 en 23 van dit omgevingsplan.
Voor de regels in hoofdstuk 22 en 23 gelden de begrippen in het Omgevingsplan gemeente Lelystad, zoals deze waren opgenomen in bijlage II per 2 januari 2024.
B
Na artikel 1.7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Degene die een activiteit verricht opgenomen in dit omgevingsplan en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit nadelige gevolgen kan hebben voor de doelen, met het oog waarop de regels betreffende de activiteit zijn gesteld, is verplicht:
alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om die gevolgen te voorkomen;
voor zover deze niet kunnen worden voorkomen: die gevolgen zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken; en
als die gevolgen onvoldoende kunnen worden beperkt: die activiteit achterwege te laten voor zover dat redelijkerwijs van diegene kan worden gevraagd.
C
Artikel 4.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Als voor gebruik of het wijzigen van gebruik een omgevingsvergunning vereist is, wordt deze alleen verleend als:
er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
er voldaan wordt aan de in artikel 17.117.4 genoemde gronden, waarbij het bevoegd gezag de beleidsregels van de 'Nota Parkeernormen Lelystad 2023', of nadien gewijzigd, toepast; en
de geluidswaarden op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen aanvaardbaar is, waarbij het bevoegd gezag dit beoordeeld op basis van het geluidsbeleid van gemeente Lelystad.
D
Artikel 4.56 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
er voldaan wordt aan de in artikel 17.117.4 genoemde gronden, waarbij het bevoegd gezag de beleidsregels van de 'Nota Parkeernormen Lelystad 2023', of nadien gewijzigd, toepast; en
de geluidswaarden op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen aanvaardbaar is, waarbij het bevoegd gezag dit beoordeeld op basis van het geluidsbeleid van gemeente Lelystad.
E
Na afdeling 4.3 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
In de openbare ruimte zijn in ieder geval de volgende activiteiten toegestaan:
Het is verboden beplanting of voorwerpen aan te brengen of te hebben, op zodanige wijze dat voor het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.
Het is verboden elektrische voertuigen in de openbare ruimte op te laden via een laadkabel, als dit hinder of risico tot letsel tot gevolg heeft.
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht te gedogen dat op of aan het bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Artikel 4.78 Toepassingsbereik
Deze subparagraaf gaat over het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg.
Onder 'voorwerpen op of aan de weg' wordt in dit artikelin ieder geval verstaan:
Deze subparagraaf is niet van toepassing op de plaatsing van voorwerpen voor evenementen als bedoeld in artikel 2:24 van de Algemeen plaatselijke verordening van gemeente Lelystad.
Artikel 4.79 Vergunningplicht plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een weg anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als het gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg.
Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg, zoals bedoeld in het eerste lid, sub a, is in ieder geval sprake als:
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:
beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens:
situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994; en
overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het gebruik van de weg is verleend.
Artikel 4.80 Beoordelingsregels plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 4.79, wordt alleen verleend als:
Artikel 4.81 Aanvraagvereisten plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Artikel 4.82 Algemene bepalingen plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
Het plaatsen van een voorwerp op of aan de weg is toegestaan, mits:
er een vrije doorgang wordt gelaten met een minimale breedte van:
er een vrije doorgang wordt gelaten met een minimale hoogte van:
het voorwerp niet op een dreef wordt geplaatst;
het voorwerp geen vluchtroutes, nooduitgangen en toegangsdeuren blokkeert; en
het voorwerp het gebruik van en de toegang tot nutsvoorzieningen niet beperkt of belemmerd.
Het plaatsen van een voorwerp op de stoep is, in afwijking van het eerste lid, toegestaan, mits:
Brandkranen en andere bluswaterwinplaatsen en inspectieputten van het riool moeten worden vrijgehouden voor toegang en gebruik door blusvoertuigen.
Artikel 4.83 Informatieplicht plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
Als het plaatsen van een voorwerp op of aan de weg vervuiling of beschadiging van bestrating of andere publieke eigendommen veroorzaakt, wordt het bevoegd gezag hiervan onverwijld op de hoogte gebracht.
Eventuele kosten voor het reinigen van de vervuiling of het herstellen van de beschadiging zullen aan de veroorzaker in rekening worden gebracht.
Artikel 4.84 Specifieke zorgplicht: plaatsen van voorwerpen op of aan de weg
De zorgplicht, zoals bedoeld in artikel 1.8, houdt voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in ieder geval in dat een ieder verplicht is:
maatregelen te treffen ter voorkoming van vervuiling of beschadiging van bestrating of andere publieke eigendommen;
de omgeving van het geplaatste voorwerp schoon en opgeruimd te houden;
de omgeving van het geplaatste voorwerp bij verwijdering schoon en leeg achter te laten; en
ervoor te zorgen dat het voorwerp, of een onderdeel daarvan, geen gevaar of hinder veroorzaakt.
Artikel 4.85 Toepassingsbereik
Deze subsubparagraaf gaat over het plaatsen van terrassen bij een (horeca)bedrijf.
De regels in deze subsubparagraaf gelden in aanvulling op hetgeen bepaald in subsubparagraaf 4.4.3.2.1.
Artikel 4.86 Meldplicht terrassen
Het verbod in artikel 4.79, eerste lid, is niet van toepassing als het gaat om de plaatsing van een terras, zoals bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, onder b, van de Algemene plaatselijke verordening Lelystad 2021, en hiertoe minimaal 4 weken vóór de plaatsing van het terras een melding is gedaan bij het bevoegd gezag, mits:
de exploitant van het (horeca)bedrijf waarvoor de melding wordt gedaan in het bezit is van een vergunning op basis van de Alcoholwet of een exploitatievergunning waarop de oppervlakte van het terras vermeld staat;
het terras niet:
tijdens een evenement op een aangewezen evenemententerrein zonder toestemming van de organisator van het evenement wordt geplaatst;
tijdens een marktdag op een aangewezen markt-locatie wordt geplaatst;
tijdens de uitvoering van aanleg-, bouw-, of onderhoudswerkzaamheden op locatie wordt geplaatst; of
bij een coffeeshop, speelautomatenhal of seksinrichting wordt geplaatst; en
het terras:
In afwijking van het gestelde in het eerste lid, onder c, sub 2, mag een gevelterras voor de gevel van een ander bedrijf worden geplaatst, mits hier schriftelijke toestemming voor is afgegeven door de eigenaar/huurder van het betreffende bedrijf.
Een melding bevat in ieder geval de volgende gegevens:
naam, adres en KvK-nummer van de exploitant van het (horeca)bedrijf;
naam en adres van het (horeca)bedrijf;
een afschrift van de vergunning of de aanvraag van de vergunning zoals bedoeld in het eerste lid, onder a;
een plattegrond van de indeling van het beoogde terras met afmetingen; en
indien van toepassing een afschrift van de schriftelijke toestemming zoals bedoeld in het tweede lid.
Het bevoegd gezag kan na ontvangst van de melding extra gegevens opvragen die nodig zijn voor de controle van de melding.
Artikel 4.87 Regels over terrassen
Voor de inrichting van terrassen geldt:
terrasmeubilair moet direct na sluitingstijd van het betreffende (horeca)bedrijf worden opgeruimd en verwijderd door het inpandig of elders op te slaan;
terrasmeubilair moet bij de beëindiging van de exploitatie van het betreffende (horeca)bedrijf worden opgeruimd en verwijderd;
terrasmeubilair moet zodanig worden opgesteld dat er voldoende tussenpaden van minimaal 0,6 m breed zijn;
terrasmeubilair wordt niet aan de gevel of in de grond verankerd; en
andere voorwerpen dan terrasmeubilair zijn enkel toegestaan als voor de plaatsing van deze voorwerpen toestemming is gegeven op grond van de Alcoholwet.
Onder 'terrasmeubilair' wordt in dit artikel in ieder geval verstaan:
Onder 'terrasmeubilair' wordt in dit artikel in ieder geval niet verstaan:
In afwijking van het gestelde in het eerste lid, onder a, mag terrasmeubilair blijven staan als het dusdanig gekoppeld of opgestapeld is dat verplaatsing en gebruik van losse meubelstukken niet mogelijk is.
Artikel 4.88 Toepassingsbereik
Deze subsubparagraaf gaat over:
De regels in deze subsubparagraaf gelden in aanvulling op hetgeen bepaald in subsubparagraaf 4.4.3.2.1.
Artikel 4.89 Meldplicht containers
Binnen containers, meldplicht is het verbod in artikel 4.79, eerste lid, niet van toepassing als het gaat om de plaatsing van een container op de weg voor het inzamelen van afval, anders dan een inzamelmiddel of inzamelvoorziening zoals bedoeld in de Afvalstoffenverordening 2020 Lelystad, of voor het opslaan van materialen waarvoor geen omgevingsvergunning is vereist, zoals bedoeld in artikel 22.291, en hiertoe een melding is gedaan bij het bevoegd gezag, mits:
de container een maximale oppervlakte heeft van 12.5 m2;
de container een maximale hoogte heeft van 1,5 m;
de container maximaal 14 dagen geplaatst wordt;
de container is voorzien van goed zichtbare reflecterende markeringen conform CROW 130;
in het geval de container bestemd is voor het bewaren van aan bederf onderhevig afval, de container een gesloten container is; en
in het geval de container een open container is, de inhoud van de container niet uitsteekt.
Een melding bevat in ieder geval de volgende gegevens:
Het is niet toegestaan een container op de stoep te plaatsen als er een geschikte ruimte op een parkeerplaats is.
Een container dient afgesloten te worden vervoerd, bijvoorbeeld door middel van een net, ter voorkoming van vervuiling van de weg waarover de container wordt vervoerd en verkeersonveilige situaties op de weg.
Artikel 4.90 Meldplicht kraanwagens
Binnen kraanwagens, meldplicht is het verbod in artikel 4.79, eerste lid, niet van toepassing als het gaat om de plaatsing van een kraanwagen op de weg en hiertoe een melding is gedaan bij het bevoegd gezag, mits:
de kraanwagen maximaal 12 uur en uiterlijk tot 20:00 uur geplaatst wordt;
de kraanwagen afgezet wordt conform CROW 96B;
er geen verkeer onder de giek van de kraanwagen door kan;
aan te leveren of af te voeren materiaal binnen het werkvlak valt;
naastgelegen panden minimaal 5 werkdagen vooraf in kennis zijn gesteld van eventuele belemmeringen; en
in het geval van een hoogwerker, de giek bij het in- of uitstappen van de bak in het afgezette werkvak valt danwel wordt afgezet.
Onder 'kraanwagen' wordt in dit artikel verstaan:
Een melding bevat in ieder geval de volgende gegevens:
Het is niet toegestaan een kraanwagen op de stoep te plaatsen als er een geschikte ruimte op een parkeerplaats is.
Artikel 4.91 Regels over uitstallingen
Het plaatsen van uitstallingen is toegestaan, mits:
de minimale hoogte van de uitstalling 0,7 m is;
de maximale diepte van de uitstalling 1,5 m is;
de uitstalling niet aan de ondergrond bevestigd wordt;
de uitstalling schoon, heel en veilig is;
de uitstalling tijdens openingstijden van de winkel geplaatst wordt;
de uitstalling voor de eigen winkelpui geplaatst wordt;
de uitstalling direct tegen de gevel aan geplaatst wordt; en
de uitstalling niet in portieken geplaatst wordt waar zich toegangen tot woningen bevinden.
Onder 'uitstallingen' wordt in dit artikel verstaan:
In afwijking van het gestelde in het eerste lid, onder b en onder g, geldt voor het plaatsen van uitstallingen in een galerij/arcade dat:
In aanvulling op het eerste lid, geldt voor winkels die geen eigen ingang hebben op de begane grond dat het is toegestaan één stoepbord op de begane grond te plaatsen, mits:
F
Afdeling 4.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Vervallen]
G
Na afdeling 4.4 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
Op grond van artikel 5.68, aanhef en onder a., Besluit kwaliteit leefomgeving worden als collectieve festiviteiten voor reguliere horecabedrijven de volgende dagen aangewezen:
Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt tijdens een collectieve festiviteit bedraagt niet meer dan 75 dB(A), gemeten op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen.
Het equivalente geluidsniveau LAeq veroorzaakt tijdens een collectieve festiviteit bedraagt niet meer dan 55 dB(A), gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden.
Bij de toepassing van het eerste en tweede lid blijven de toeslagen voor de aard van het geluid, de meteocorrectieterm of de bedrijfsduurcorrectieterm achterwege.
Het is verboden incidentele festiviteiten te houden zonder dit ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit te melden.
Een melding bevat in ieder geval de volgende gegevens:
Onder incidentele festiviteiten wordt in dit artikel verstaan: festiviteiten zoals bedoeld in artikel 5.68, onder b, Besluit kwaliteit leefomgeving.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (Lar,LT) veroorzaakt tijdens een incidentele festiviteit bedraagt niet meer dan 75 dB(A), gemeten op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau (Lar,LT) veroorzaakt tijdens een incidentele festiviteit bedraagt niet meer dan 55 dB(A), gemeten binnen in- of aanpandige woningen van derden.
Bij het ten gehore brengen van muziekgeluid blijven ramen en deuren gesloten, behoudens voor het onmiddellijk doorlaten van personen of goederen.
Een gemelde incidentele festiviteit eindigt uiterlijk om 01:00 uur.
Bij de toepassing van het eerste en tweede lid blijven de toeslagen voor de aard van het geluid, de meteocorrectieterm of de bedrijfsduurcorrectieterm achterwege.
H
Artikel 5.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
voldaan wordt aan de beoordelingsregels die van toepassing zijn uit paragraaf 22.2.7;
voldaan wordt aan de regels zoals gesteld in dit hoofdstuk over de bouwactiviteit;
de geluidswaarden op de gevel van geluidsgevoelige gebouwen aanvaardbaar is, waarbij het bevoegd gezag dit beoordeeld op basis van het geluidsbeleid van gemeente Lelystad;
aan of in dat bouwwerk, dan wel op het onbebouwde terrein bij het bouwwerk, wordt voorzien in ruimte voor het laden of lossen van goederen, als het beoogde gebruik van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan die ruimte; en
voldaan wordt aan de in artikel 17.117.4 genoemde gronden, waarbij het bevoegd gezag de beleidsregels van de 'Nota Parkeernormen Lelystad 2023', of nadien gewijzigd, toepast.
In aanvulling op de beoordelingsregels zoals opgenomen in het eerste lid, wordt een omgevingsvergunning bij specifieke bepalingen alleen verleend als er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Bij de specifieke bouwactiviteiten zoals uiteengezet in dit hoofdstuk kunnen specifieke beoordelingsregels gelden in aanvulling op of ter vervanging van de beoordelingsregels in dit artikel.
Het bepaalde in het eerste lid, onder d, geldt niet:
I
Na artikel 6.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
J
Hoofdstuk 7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, de aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing als in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam werkzaamheden worden verricht.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning een uitweg aan te leggen of verandering te brengen in een bestaande uitweg.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing als de uitweg wordt aangelegd conform de voor dat gebied geldende inrittenkaart.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens:
Het bevoegd gezag kan inrittenkaarten, zoals bedoeld in het tweede lid, vaststellen.
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
de activiteit niet leidt tot een mogelijk verkeersgevaarlijke situatie;
de activiteit niet de functionaliteit van het openbaar gebied op onaanvaardbare wijze aantast ten koste van openbare parkeerplaatsen, lichtmasten, nutsvoorzieningen, containeropstelplaatsen, e.d.;
de activiteit niet de ruimtelijke kwaliteit, waaronder het uiterlijk aanzien van de omgeving, op onaanvaardbare wijze aantast; en
de activiteit niet ziet op het aanleggen van een tweede uitweg op een woonperceel met een frontbreedte van minder dan 25 m.
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
K
Na afdeling 11.1 worden twee afdelingen ingevoegd, luidende:
Bij het ten gehore brengen van onversterkte muziek zijn de geluidsnormen in tabel 1 van toepassing met dien verstande dat:
de in tabel 1 aangegeven waarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden, als de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluidsmetingen;
de in tabel 1 aangegeven waarden op de gevel ook gelden bij gevoelige terreinen op de grens van het terrein;
de waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, voor zover het woningen betreft, gelden in geluidsgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 3.22 Besluit kwaliteit leefomgeving; en
bij het bepalen van de geluidsniveaus zoals vermeld in tabel 1 geen bedrijfsduurcorrectie wordt toegepast.
| 7:00 - 19:00 uur | 19:00 - 23:00 uur | 23:00 - 7:00 uur |
LAr, LT op de gevel van gevoelige gebouwen | 50 dB(A) | 45 dB(A) | 40 dB(A) |
LAr, LT in in- en aanpandige gevoelige gebouwen | 35 dB(A) | 30 dB(A) | 25 dB(A) |
LAmax op de gevel van gevoelige gebouwen | 70 dB(A) | 65 dB(A) | 60 dB(A) |
LAmax in in- en aanpandige gevoelige gebouwen | 55 dB(A) | 50 dB(A) | 45 dB(A) |
Voor de duur van 4 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, binnen een locatie van een milieubelastende activiteit gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in artikel 11.2.
Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is er geen sprake van onversterkte muziek.
Hetgeen opgenomen in dit artikel en artikel 11.2 is niet van toepassing op collectieve en incidentele festiviteiten als bedoeld in afdeling 4.5.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning buiten een locatie van een milieubelastende activiteit op een zodanige wijze toestellen of geluidsapparaten in werking te hebben of handelingen te verrichten dat voor de omgeving geluidshinder wordt veroorzaakt.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens:
L
Het opschrift van afdeling 11.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
M
Het opschrift van artikel 11.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
N
Artikel 12.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
O
Het opschrift van artikel 12.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
P
Na artikel 12.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Q
Na afdeling 14.1 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
R
Artikel 15.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
S
Na artikel 15.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Er is een bebouwingscontour houtkap , bestaande uit de locatie bebouwingscontour, houtkap, opgenomen in dit omgevingsplan.
T
Na paragraaf 15.1.2 worden twee paragrafen ingevoegd, luidende:
De zorgplicht, zoals bedoeld in artikel 1.8, houdt voor groenvoorzieningen en natuur in ieder geval in dat een ieder verplicht is er zorg voor te dragen dat groenvoorzieningen en natuur geen schade worden toegebracht.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning met een voertuig, buiten de daarvoor bedoelde wegen, te rijden door, of te parkeren in:
Onder voertuig wordt begrepen:
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:
binnen de bij of krachtens de Omgevingsverordening provincie Flevoland aangegeven stiltegebieden, ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel;
voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden, beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen door of vanwege de overheid;
voertuigen ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 aangewezen hulpverleningsdiensten;
voertuigen van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als bedoeld in het eerste lid;
voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen; en
voertuigen waarmee een standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bedoeld.
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
De regels in deze subparagraaf hebben betrekking tot het aanbrengen van bomen of beplanting.
Bij het aanbrengen van bomen of heesters op een erf bedraagt de afstand tot de erfgrens krachtens artikel 5.42 van het Burgerlijk Wetboek:
De regels in deze subparagraaf gaan over het kappen van bomen, het vellen van houtopstanden en het verwijderen van beplanting.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning bomen te kappen of houtopstanden te vellen, als:
de bomen of de houtopstanden zich binnen de bebouwingscontour houtkap bevinden en deze zijn aangegeven op de kaart bijzondere bomen; of
de bomen of de houtopstanden zich buiten de bebouwingscontour houtkap bevinden.
Het verbod in het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op houtopstanden op niet-openbaar toegankelijke particuliere kavels van ten hoogste 5.000 m2.
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
U
Het opschrift van artikel 15.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
V
Het opschrift van artikel 15.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
W
Het opschrift van artikel 15.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
X
Artikel 15.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het verbod van artikel 15.415.16 is niet van toepassing op activiteiten die behoren tot het normale onderhoud ten aanzien van de ecologische waarde van het gebied.
Y
Afdeling 16.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Red: Artikel 16.2 ongewijzigd verplaatst van afdeling 16.1 naar paragraaf 16.1.1. ]
Er is een bebouwingscontour jacht, bestaande uit de locatie bebouwingscontour, jacht, opgenomen in dit omgevingsplan.
De regels in deze paragraaf hebben betrekking tot het houden van dieren.
Het is verboden bijen te houden:
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing als op een afstand van ten hoogste 6 m vanaf de korven of kasten, een afscheiding is aangebracht van 2 m hoog of zoveel hoger als noodzakelijk is om het laag in- en uitvliegen van de bijen te voorkomen.
Het verbod in het eerste lid, onder a, is niet van toepassing als de bijenhouder rechthebbende is op de woninglocaties of andere gebouwen zoals bedoeld in dat onderdeel.
Het verbod in het eerste lid, onder b, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens:
Z
Het opschrift van artikel 16.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
AA
Artikel 16.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
BB
Hoofdstuk 17 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Dit hoofdstuk is van toepassing op activiteiten rondom verkeer en parkeren.
[Red: Artikel 17.3 ongewijzigd verplaatst van afdeling 17.2 naar paragraaf 17.1.2. ]
Binnen beperkingengebied rijkswegen is het verboden om activiteiten te verrichten die afbreuk doen aan de staat en werking van infrastructuur in beheer van het Rijk, als bedoeld in hoofdstuk 8 van het Besluit activiteiten leefomgeving.
[Red: Artikel 17.1 verplaatst van afdeling 17.1 naar paragraaf 17.1.3. ]
Binnen het transitiegebied is het op locatie slechts toegestaan te bouwen, gronden te gebruiken of het gebruik van gronden te wijzigen, als er voldoende parkeergelegenheid gerealiseerd wordt, voor zover het bouwen, gebruiken of wijzigen van het gebruik gepaard gaat met een toename van de ruimtelijke impact vanwege het parkeren.
[Red: Artikel 17.2 verplaatst van afdeling 17.1 naar paragraaf 17.1.3. ]
Binnen het transitiegebied kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften stellen aan de situering van parkeergelegenheid en laad- en losruimte, als dit noodzakelijk is om een goede verkeersstructuur of bereikbaarheid voor een pand, perceel, straat (of deel daarvan) dan wel een andere ruimtelijke functionele structuur te waarborgen.
Artikel 17.6 Toepassingsbereik
Deze paragraaf gaat over het parkeren van een voertuig op de openbare weg in beheer bij de gemeente.
Artikel 17.8 Specifieke zorgplicht: parkeren
De zorgplicht, zoals bedoeld in artikel 1.8, houdt voor het parkeren van voertuigen op de openbare weg in ieder geval in dat:
Artikel 17.10 Parkeren voor bedrijfsactiviteiten
Met het oog op het doelmatig gebruik van de weg en het beperken van hinder wordt op de openbare weg niet geparkeerd voor bedrijfsmatige activiteiten, als hiervoor:
Onder 'bedrijfsmatige activiteiten' wordt in dit artikel verstaan het:
Onder 'bedrijfsmatig' wordt in dit artikel mede verstaan: een situatie die qua aard of omvang gelijk moet worden gesteld aan het bedrijfsmatig uitvoeren van de activiteit.
Het eerste lid is niet van toepassing als het gaat om:
voertuigen waaraan herstel- of onderhoudswerkzaamheden worden verricht die in totaal niet meer dan één uur duren, en de voertuigen gedurende de tijd die nodig is gebruikt worden voor deze werkzaamheden; of
een voertuig voor persoonlijk gebruik van degene die de bedrijfsmatige activiteit uitvoert.
Artikel 17.11 Parkeren van voertuigen met handelsreclame
Met het oog op het doelmatig gebruik van de weg en het beperken van hinder wordt op de openbare weg niet geparkeerd met een voertuig met een aanduiding van handelsreclame met het kennelijke doel om op locatie handelsreclame te maken.
Van een 'kennelijk doel' is in ieder geval sprake wanneer een voertuig langer dan 4 uur geparkeerd staat op een locatie.
Het eerste lid is niet van toepassing als het gaat om een voertuig op een bedrijventerrein, die voor bedrijfsmatige activiteiten geparkeerd staat voor een bedrijf dat daar gevestigd is.
Onder 'bedrijfsmatige activiteiten' wordt in dit artikel verstaan: het laden en lossen van goederen, het stallen van bedrijfsvoertuigen en soortgelijke activiteiten.
Artikel 17.13 Parkeren van grote voertuigen
Met het oog op het doelmatig gebruik van de weg en het beperken van hinder wordt op de openbare weg niet geparkeerd met een groot voertuig.
Het eerste lid is niet van toepassing:
op werkdagen tussen 08.00 en 18.00 uur;
binnen parkeerplaatsen grote voertuigen; of
op het parkeren van een groot voertuig bedoeld voor kamperen, voor zover dit voertuig niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg wordt geparkeerd.
Artikel 17.14 Hinderlijk parkeren door grote voertuigen
Met het oog op het beperken van hinder worden grote voertuigen niet op zodanige wijze geparkeerd dat het uitzicht vanuit een verblijfsruimte onevenredig wordt belemmerd.
Het eerste lid is niet van toepassing gedurende de tijd die nodig is en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden, waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is.
Artikel 17.15 Parkeren defecte voertuigen
Met het oog op het doelmatig gebruik van de weg en het beperken van hinder worden voertuigen met rijtechnische gebreken niet langer dan 72 uur op de openbare weg geparkeerd.
Artikel 17.16 Parkeren voertuigwrakken
Het is verboden een voertuig op de weg te parkeren, wanneer deze:
Artikel 17.17 Aanwijzing van locaties
Met betrekking tot hetgeen bepaald in artikel 17.18 en 17.19 is het college bevoegd om locaties aan te wijzen.
Artikel 17.18 Parkeren van (brom)fietsen
Het is verboden (brom)fietsen onbeheerd te laten staan, buiten de daarvoor bedoelde ruimten of voorzieningen, op de door het bevoegd gezag aangewezen locaties, ter bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid.
Het is verboden (brom)fietsen onafgebroken te laten staan, langer dan een door het bevoegd gezag vastgestelde periode, op de door het bevoegd gezag aangewezen locaties.
Artikel 17.19 Verbod parkeren voor andere doeleinden
Het is verboden een voertuig binnen een aangewezen locatie op de weg te plaatsen, voor andere doeleinden dan verkeersdoeleinden, ter bescherming van het uiterlijk aanzien van de gemeente.
Onder 'andere doeleinden dan verkeersdoeleinden' wordt in dit artikel onder andere verstaan: het voor recreatie plaatsen van een voertuig, zoals een camper.
Artikel 17.20 Parkeren voor andere doeleinden
Binnen de bebouwde kom wordt een voertuig niet langer dan 72 uur op de openbare weg geparkeerd voor andere doeleinden dan verkeersdoeleinden met het oog op:
Onder 'andere doeleinden dan verkeersdoeleinden' wordt in dit artikel onder andere verstaan: het voor recreatie plaatsen van een voertuig, zoals een camper.
Artikel 17.21 Toepassingsbereik
Deze afdeling gaat over het bedrijfsmatig aanbieden van deelvoertuigen.
Artikel 17.23 Vergunningplicht aanbieden van deelvoertuigen
Het is verboden zonder omgevingsvergunning bedrijfsmatig deelvoertuigen, bedoeld voor gebruik door derden, op de weg te plaatsen.
Artikel 17.24 Beoordelingsregels aanbieden van deelvoertuigen
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
de activiteit niet in strijd is met de openbare veiligheid;
de activiteit niet in strijd is met de volksgezondheid;
de activiteit niet in strijd is met de bescherming van het milieu;
de activiteit geen afbreuk doet aan de directe omgeving; en
de activiteit geen onevenredig beslag legt op de openbare ruimte.
Artikel 17.25 Aanvraagvereisten aanbieden van deelvoertuigen
Bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Artikel 17.26 Vergunningsvoorschrift omgevingsvergunning aanbieden van deelvoertuigen
Een vergunningvoorschrift, zoals bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet, kan aan een omgevingsvergunning worden verbonden, ten aanzien van het aantal, de categorie of het type deelvoertuigen, in het belang van:
CC
Hoofdstuk 18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Red: Artikel 18.2 verplaatst van afdeling 18.2 naar paragraaf 18.1.2. ]
Er is een beperkingengebied waterkering in dit omgevingsplan.
Bij het verrichten van activiteiten binnen beperkingengebied waterkering wordt voldaan aan paragraaf 18.3.1
De zorgplicht, zoals bedoeld in artikel 1.8, houdt voor water en waterstaatswerken in ieder geval in dat een ieder verplicht is er zorg voor te dragen dat er geen schade of verandering wordt toegebracht aan:
Het eerste lid geldt ook voor daarbij behorende voorwerpen, bouwwerken, leidingen en flora.
[Red: Artikel 18.1 verplaatst van afdeling 18.1 naar paragraaf 18.1.4. ]
Binnen het transitiegebied is het verboden om activiteiten te verrichten die afbreuk kunnen doen aan de waterhuishouding zonder schriftelijke toestemming van de waterbeheerder.
Deze afdeling gaat over activiteiten rondom het gebruik van of rondom water in beheer bij de gemeente.
Onder gebruik van of rondom het water vallen de volgende activiteiten:
Deze afdeling is niet van toepassing op het gebruik van of rondom water in de gebieden van Bataviahaven en Flevokust haven, zoals opgenomen in de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021. De regels over deze havens zijn opgenomen in de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021.
Het is eenieder verboden zich te gedragen of activiteiten te verrichten op een wijze dat:
Het is verboden te ankeren in een gemeentelijke vaarweg.
Het is verboden gemeentelijke wateren te verontreinigen.
Het is verboden zich van een vaartuig te ontdoen door het achter te laten in een gemeentelijke vaarweg, waarvan geacht wordt sprake te zijn, indien:
Onder verwaarloosde toestand wordt in ieder geval verstaan:
het vaartuig maakt meer dan enkele graden slagzij;
het vaartuig ligt dieper in het water dan de normale waterlijn
het vaartuig verliest:
het vaartuig vertoont ruitbreuk, loszittende zeilen, defecte ritsen of dergelijke gebreken; of
het hang- en sluitwerk van openingen van of in het stuurhuis, het dek, de kajuit of de achterkajuit functioneren niet goed.
Wrakken worden behandeld op basis van de Wrakkenwet.
Het is verboden een reddingsmiddel, bedoeld voor het redden van drenkelingen en daartoe bij het water aangebracht, te gebruiken voor een ander doel dan wel ongeschikt te maken voor onmiddellijk gebruik.
De zorgplicht, zoals bedoeld in artikel 1.8, houdt voor het gebruik van gemeentelijke wateren in ieder geval in dat bij het verrichten van activiteiten op of bij het openbare water een ieder in het belang van de veiligheid verplicht is te voorkomen dat het zicht voor het vaarverkeer onnodig wordt belemmerd of dat een gevaarlijke situatie kan ontstaan.
Binnen gemotoriseerde vaartuigen, verbod is het verboden vaartuigen met behulp van een motor voort te stuwen.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:
Het is verboden met een vaartuig dat technisch in onvoldoende staat van onderhoud of in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert een ligplaats in te nemen.
Onder verwaarloosde toestand wordt in ieder geval verstaan:
het vaartuig maakt meer dan enkele graden slagzij;
het vaartuig ligt dieper in het water dan de normale waterlijn
het vaartuig verliest:
het vaartuig vertoont ruitbreuk, loszittende zeilen, defecte ritsen of dergelijke gebreken; of
het hang- en sluitwerk van openingen van of in het stuurhuis, het dek, de kajuit of de achterkajuit functioneren niet goed.
Het is verboden te meren met vaartuigen met een romplengte langer dan 15 m in gemeentelijke wateren.
Het gebruik maken van spudpalen als afmeervoorziening is verboden.
Het is verboden het vaartuig te bevestigen aan kunstwerken, bomen, lichtmasten, verkeerstekens en dergelijke voorwerpen.
Het is verboden om in openbaar water een ligplaats in te nemen met een vaartuig tussen 1 november en 1 maart.
Tussen 1 maart en 1 november mag er in openbaar water een ligplaats ingenomen worden met een vaartuig, mits:
Een ligplaats wordt op een veilige wijze ingenomen, waarvan in ieder geval geen sprake is als:
er gebruik wordt gemaakt van te dunne of in het ongerede geraakte landvasten;
het vaartuig op zodanige wijze afgemeerd of aangelegd wordt dat de landvasten los kunnen raken;
het vaartuig op zodanige wijze afgemeerd wordt dat niet vrij ligt van kaden, steigers, palen of andere schepen; of
het vaartuig achterlaten wordt terwijl er sprake is van een dreiging van geheel of gedeeltelijk zinken.
In afwijking van het verbod van artikel 18.13 mag een vaartuig op een wachtplaats bij een sluis, ophaalburg of soortgelijke constructie tijdelijk een ligplaats innemen om te wachten totdat er verder gevaren kan worden, mits:
Hetgeen opgenomen in artikel 18.13 en 18.14 is niet van toepassing voor zover op locatie beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk zijn opgenomen, waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens:
Binnen ligplaats innemen, bedrijfsactiviteiten is hetgeen opgenomen in artikel 18.13 en 18.14 niet van toepassing voor vaartuigen die ligplaatsen innemen voor bedrijfsactiviteiten van bedrijven.
Het is toegestaan om met een vaartuig achter de eigen woning ligplaats te nemen, mits:
Het is toegestaan om met een vaartuig bij een particulier een ligplaats in te nemen, mits:
Een ligplaats wordt op een veilige wijze ingenomen, waarvan in ieder geval geen sprake is als:
er gebruik wordt gemaakt van te dunne of in het ongerede geraakte landvasten;
het vaartuig op zodanige wijze afgemeerd of aangelegd wordt dat de landvasten los kunnen raken;
het vaartuig op zodanige wijze afgemeerd wordt dat niet vrij ligt van kaden, steigers, palen of andere schepen; of
het vaartuig achterlaten wordt terwijl er sprake is van een dreiging van geheel of gedeeltelijk zinken.
Deze paragraaf gaat over het plaatsen van voorwerpen op, in of boven openbaar water.
Het is verboden een voorwerp of constructie, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, als:
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op:
Binnen beperkingengebied, waterkering is het verboden zonder omgevingsvergunning activiteiten uit te voeren, die schade kunnen veroorzaken aan de waterkering of het functioneren daarvan.
Een omgevingsvergunning wordt alleen verleend als:
Bij de aanvraag worden de volgende gegevens en bescheiden verstrekt:
Het verbod van artikel 18.318.19 is niet van toepassing op activiteiten die behoren tot het normale onderhoud van het gebied van de waterkering.
DD
Na artikel 19.5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
EE
Paragraaf 19.2.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
FF
Het opschrift van artikel 19.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GG
Het opschrift van artikel 19.7 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
HH
Het opschrift van artikel 19.8 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
II
Artikel 19.9 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Binnen archeologie, voorschriften vergunning kunnen, als uit het in artikel 19.719.9 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord, één of meer van de volgende voorschriften worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden;
de verplichting tot het doen van opgravingen; en
de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg, die voldoet aan bij de vergunning te stellen kwalificaties.
JJ
Afdeling 20.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
KK
Het opschrift van artikel 20.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LL
Het opschrift van artikel 20.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
MM
Het opschrift van artikel 20.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
NN
Het opschrift van artikel 20.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
OO
Artikel 20.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het verbod van artikel 20.220.3 is niet van toepassing op activiteiten die het normale onderhoud ten aanzien van de leiding en het beperkingengebied of ten aanzien van de functie(s) op locatie betreffen.
PP
Het opschrift van artikel 20.6 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Artikel 22.75 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Vervallen]
De waarden, bedoeld in de in artikelen 22.65 tot en met 22.73, zijn voor zover de naleving van deze normen redelijkerwijs niet kan worden gevergd, niet van toepassing op dagen of dagdelen in verband met de viering van:
festiviteiten die bij of krachtens gemeentelijke verordening zijn aangewezen, in de gebieden in de gemeente waarvoor die verordening geldt; en
andere festiviteiten die plaatsvinden op de locatie waarop de activiteit wordt verricht, waarbij het aantal bij of krachtens die verordening aan te wijzen dagen of dagdelen per gebied of categorie van bedrijfssector kan verschillen en niet meer bedraagt dan twaalf per kalenderjaar.
Een festiviteit die ten hoogste een etmaal duurt, maar die zowel voor als na 00.00 uur plaatsvindt, wordt beschouwd als plaatshebbende op één dag.
RR
Artikel 22.229 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Vervallen]
Met het oog op het beperken van lichthinder is de verlichting die hoort bij een gelegenheid voor het beoefenen van sport in de buitenlucht uitgeschakeld:
Het eerste lid is niet van toepassing op dagen of dagdelen in verband met:
de viering van festiviteiten die bij of krachtens een gemeentelijke verordening zijn aangewezen in de gebieden in de gemeente waarvoor de verordening geldt;
de viering van andere festiviteiten die plaatsvinden op de locatie waarop de activiteit wordt verricht, waarbij het aantal bij of krachtens een gemeentelijke verordening aan te wijzen dagen of dagdelen niet meer mag bedragen dan twaalf per kalenderjaar; of
door het college van burgemeester en wethouders aangewezen activiteiten, anders dan festiviteiten als bedoeld onder b, waarbij het aantal aan te wijzen dagen of dagdelen gebaseerd op dit artikel samen niet meer bedraagt dan twaalf dagen per kalenderjaar.
Een festiviteit of activiteit als bedoeld in het tweede lid die ten hoogste een etmaal duurt, maar die zowel voor als na 00.00 uur plaatsvindt, wordt hierbij beschouwd als plaatshebbende op één dag.
SS
Voor afdeling 26.1 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
TT
Het opschrift van afdeling 26.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
UU
Het opschrift van artikel 26.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
VV
Het opschrift van afdeling 26.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
WW
Het opschrift van artikel 26.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
XX
Na artikel 28.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Beleid, beleidsregels en andere beleidsdocumenten die bij of krachtens de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 van toepassing waren, behouden hun werking en blijven gelden voor de bepalingen die zijn opgenomen in het Omgevingsplan gemeente Lelystad, tenzij expliciet anders bepaald.
YY
Hoofdstuk 29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Red: Artikel 29.2 ongewijzigd verplaatst van afdeling 29.2 naar afdeling 29.2. ]
ZZ
Bijlage III wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/gm0995/2024/bbd5be4b00b5442f9d12d7c3d2201f83/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/fac9d85a74b14780a97e40f492ff9598/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/809e510a88d04c4d816c3e9428021e56/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1d137444becf4073b95830c6db6506af/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/680ac7a1d60e450ab97a17e90ff980e9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/30a88b549fec4865ba3d4ec669f555ce/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/76278604805c4d7f969a81219e412491/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/739550d3040549d69f8d7496991be168/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/06af7321fad047d49f65e82ab4a6152a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/6082385deb0f4664a708ad64bfbf9409/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c811d3d6e0044c13a9cb5fe7b89797ba/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/31a22d460bcc4bfcbc6a7ac4e66b67d5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/089de4a4da7c4be1b4f21effc53dc57a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/188416c1c7874d388d2418e786883d2e/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/94dd99537cf44b8a84de70e5ae21fd67/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1c6ae8a634844e279c33969d3d61bd69/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/29b93ee9210d4115aee1914fabdf874e/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/b5c539e963d14d2f9c6a4d19c6f656f3/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2025/7a087097101d492888d8434e108cd583/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2025/5e945ad9d05a4e57be40edb2e086b334/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2025/c160d8adfaf54e19a01a514bd32da177/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2025/eeadd1d1304f484f8182195e2cce3c04/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/0a436e0f626246db8837577e9a5c38b5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/5f4718966bcd4665b258ad1677ca8fbf/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/7536c8cce8cc460ab5ec11ca6584fe0d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e1e2e0cd588448c4a0d1dc897112c1bb/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/47021cc35c42457bb6140f8b137ce275/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/0432679422bc4379bd0a3288d333e25d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/986ddacc1a8149f2a0a1b9971d9f7e4a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c0c394d125b649ec85d08f83e947ed6c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e8500793c4ec489496244593f0f7c09d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1eb5a6f345c5454fb98f559ac478a127/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/77a37c56c58b4e8e818abe30498e0db6/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/6780c908b1984dc291f33c38a53fc4da/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f2b19c5a72a040acb354e19fd33bc2f2/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/54f1de5b7c2143069104353f7fc80e7e/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/851ca85d8b314ba9a465fa37406baf74/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/ccb2ec7d06934a0699c084fa9977e6b6/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/55af2c86dac94a9bb8655cd2572ce0a2/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/892f561afea74997a2846475242f2c9f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/beb259ed3560495f9496506bbca46af8/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e26c99e0d67b4901838200ec9bafa9ad/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/360640e5226743e6a157505d3c02e43d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/92f288b6f4e94e15b7d3994c6fd3909e/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/d718a8b4c845449badd5cc591e6c49e1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f33673924030432f837f04de9f085be1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a176d1c608054cf58783941a6b965ee5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/20ae862e61f34061a1fe6e882a34e44f/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/b89bacac5715425d80f7c9e9e35407a9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8ee0a43eafc64913b6cf74edc9e9e0e5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/509e0779a0f24ccda0e76ca4979b4d71/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1e41aa3195bf4a9ab8f099b15ae95586/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/88d2020b61d34b8c937a1b7aaecec8aa/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1d77f05709a0482494fe68b74b15168c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f9ce2e9a3e9c414d88c64a97178cfcd1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/941d5a9319874013b9ab965298f4c1da/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/2aa46a8d0eda4c42a8718e9c7ade046c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/3006038ab72f450098e92980206b3971/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/dc844c1dac3a491bb3ab918d5d95e587/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ded51a174d8c4817882504bf2fa68a01/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4a5365eea5a6410eaccb8fd5ddf4c925/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/435777815c9d423a84b958c21ad4c9e1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/168bbe3db0fb4dad85220fada96a62db/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/b3e996582f19486bb8f6096ac0c9778e/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/47b9c1096b024dfcb33398af290d428b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/850b2b9cd34646beb141740a0aa40f40/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8ae0027dcd9f4b049ecd6a0073887a3f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c2a73d568d4d41138e66cc331abcf994/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/fadbf368ee7d491187ed39ba1a211025/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ac46e2c154e746a4a57399c7fad9ffab/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/281838c4aba94810883dda5854436ed0/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ddc9b0462c2a43029f26693645c35c16/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/3a874febfa6444bfa262a962ca30bc4c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/109e12bf95a6413a938ea53d343e19fe/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4be87701dda94b24a9b05a8b902bcb84/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/395dabdc611341f58f4601288738f9a3/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/779b6ef87e074d1293859340c0bed5c0/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/0638512a67bc4b628fed78d66c694abf/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ab3412268f0a42c1ba7250921b94ee68/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/59e923a021184e9a81cc62b2800f859d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9f9a4e408ae74fb6a059f39a134a51a6/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/94ff8c37f193469aa992f1180cc55ac1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/63d2ec5607f941eead34e16238390b44/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/23bc0e1cdf7f4a15b304a3e328454be6/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8adf866a90d4477ebf3bd56cb21ef591/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9975ed607b5c419db1300769c6006241/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/180a9ce142c34d3cba2b1a389874191d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c420de1c864841af97db05420c850a44/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/43e68399d8a7434a808b892dfa1c032f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/39fb210dfded4913952b7d77bdf1ebd4/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f6290a3646b146e48a72706e796b3e90/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/b8d541deb90e43778bd8bc017f8df1b5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c6ee0da897354c98a8b5738d381ab3b1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/daee488b0fdd47aca4133a6812df6676/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c1bf7c0872ac4e2d833b7e8e45ddf864/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/13eca10aa63c41c9a08f9511223828e4/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/575a8f2b45674f218ac5b54a0744512e/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/3b60338d5e014f52a6649b3434944c61/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/fcee6d3e8de24d319cbb53cfa2ab6762/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9b4e820adab34c348b097a536d148b9f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/b3384d1bc0fe45d191b597b0ab0d2e70/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/be5d5a89ee7245e997a2120e0317101b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/07da41be517a4ffab8a822be3cfa6ff4/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/459ade54f2784660955a34dc34c7581c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/52d6d097eec14f4aa062808440792851/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/58748a669e0644909b7aaa673701d8d2/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/bf9ccd9a12fd4f82894f321f34ebeae0/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ef51d0ca90194aa682fad3936a751266/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e358b95f636b4e1f95348edb7a0c9087/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/b351b97658d44477b5e9cef423ca6724/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4b29e6d1ea694c928c80c4d53ce21a51/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c0668be0d1e6415d95d583da7afc6d00/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/b9255dd214274032ab4511687e60ea34/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c30ad78e996b4d8e8455b95829c8f8e5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1d51ee938316432cad8b09f054d515fe/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/cceb7e7269d34832b225ec71a9d6c28f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/14d83f36a5db4f539dd5a6baab0fcc93/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/39f7663bbfd24845a7fe6c7d607aaa67/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/f770e542d40e4f7b90233f955a2aa03f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e5b68d236dc243d787c73c7256625f7c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/5ebd94b7b21448e1933d310a71374cfe/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/0059396762814c1cb22605c284c0ab1f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/3ff6284d3fdd4ce6b70d6ca8d3a7f1b6/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c5524fe12b3f4f768223e364ba235aa8/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a4566490c0a1415c8f44488be5d187b5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/65b3a2e1fc804a7ebdce6d739f2707a4/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/82697f486cb34dd3bdd643626375b6c7/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/3617159a7fdc4d2f87a099e838b536f6/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/0aa54aea8136472d94ae15d0e38a8049/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4781f8d609a345ccbcb6acce91a695bc/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/26e1635bdcf24523b06578b60ab20d88/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9791cc2a5cdb4f218e7b937496aaf16c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e14bf7db58de4904b482a80802ce9490/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/bb60c562b7fb4b0496373425185d737c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/aed9fb5d9c5f464e9ec5fd280df6f8e9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/45dcc261d52040598ddc375d674c9cdc/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ed41d7c730d24a87ae01fd3d4e76f7a5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/56e0cd524fab4db9a1188918c4388cd8/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c4573ab96b6e4ce7b6e69b4433f37f6d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/931431e6eecf43f0b49a6e4c3a624c3c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/43d78ab366844d8bb6d53d76ae787ce0/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/52c0dc224dda4d3ba79c8f3b236c85b8/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/399fdba6bb3842298d99a093eeda9a52/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/1cea1b47822d48a4a0d516245ff1a8af/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2025/b5e9fb4c901a4318915b66787706f91e/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/68016812f56d40d2bb2ee817d4475238/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/85c6763bbd8b46e19f45587e4eb0789a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f1abed93106a4eabb0d182609fb7d693/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/0b548646631f4338ab6ac551483e37d9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e7e85c5c6e964bd59ee92a253d4fcea1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8e19c5b4f7e340ccb62f5de15fbb3acd/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/db283ff3cac84fd494a6e237cb386eb7/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1ee498dbd33e4595be691e0d020f1ce7/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a849cd9b22ad48ef83ffe15c572c20cc/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/fcfc04cd346b49baba431117b7149574/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ec838578220047bf82815193eb2fe91f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/02bc36920602474d8eee9800852cd57c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/61b6e0f95718454e9336c51ff5fcf648/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e76647553f05404dbf42ec44f813a11b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/7b91f408a28f4903828003dc0979877c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/5221155fd3dd4be19aecc544c9348ef5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/446a1f4035cc453c90d67d3ef197607b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/25ab688402e44cdca65486ca9d10da2c/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/87215edad0744e1ab6ef1a4cc6a3b2c5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/00ba14c7e1a743a3b8d1e5c668eb10f4/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4480f764b8c04665b5254dc6c2567c97/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ba05209b443144ea846b48f3c9e0e585/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/d37e45cb620e49bbac0ce42a106458d1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/d9c1c84249754109808e60b76f86f5d5/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/fd242246279e422cb11b50bcba1d27ba/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/ddc2c6f166f04976ba7ed30504f7e5de/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9d58b6b3eab74987b3c2ff2b47c89b11/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/7b91a5c3582b423a968cd24449f04b22/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8bc87e03aa6d4e65af1c10caf53d32a9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e103bea86057488d9ed51eda8ca3d114/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f4667921405341b9912c8485e4c43908/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/19d0fbc38bd14e50a517ba9641e28e50/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/08838969605644a195e07f9921c8d987/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8ec7904f1e5645d9896de6817ea81ea8/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/7c29faa59fd14322b34e0ae7b4d87bfc/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/b424d6c3c4ff4ba690a3cfeb476316e3/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9865a3e4196b442598c74f989cf8c611/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/bc5dbab75a4245f09493ae304bf70f63/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4d3a4591cb93428cb480f6f3d77409f7/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/aa293bb8b25644e99d56b2ffc23ad208/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1ec24c2aa8cf407181d1b71015c6a4eb/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/ec14886d76f44f62b9d51088994be8bf/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9c7603bb656841b79fdfaa714bee9b22/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9fd751c5db4c48e1a5a32b481fbb977e/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4f0d728004de4b00838733545b48945a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8195df74d0cf4577867eb22a98f9fa5a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8a602773ea3748b288036e4e27e65a5d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a0efd79f75464ec183e9b3303c046f97/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1e8c30c983ba4a7885de08ce41e449bb/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/653b14a5829c4b73b946781c41504659/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/1084170d35514089bc3dd09b95beae21/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/e607353348f647f9bce50e2e8a6a3b60/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a9d887f1ff004021a5ce4c3779620648/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/33facc8c37ab42a2927d9f04c870be2b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/b4b458c5043a400386d41430a9e87d58/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/03b7b1c2cdf446edbbea49ff696353e7/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/c33a4c6a19dd417c92bd77db381c372f/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/788202b1158b487185b80646f92136d2/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8fdc83ae8a4647f6a18feabe25a3e9b1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/11f511173c8e4ae6a9f34dcb3330b811/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/2a73ab41cdae48db818d453f9e43841d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/79a8e3faf7d445e58b6fdf240a019b3d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/65aa950599fe4d25869bcc5f4073b51b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/ec5919cfb50e43f1a756c67097638ba3/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/cdbc42fefb394e06a60d953774bab25d/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a200e4bf287a470f803a0a56be78b0ff/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/5b02ab8afbf94c9abfe56a9cfa056060/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/d7e7804c4f4b46758dfb2625bc4be11a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/72978e51b45a40358a205916aedda164/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2025/256b6020f03842d4b047b9283b02bf17/nld@2025‑06‑16;07003432
/join/id/regdata/gm0995/2024/6a3a39aa911e4d6a9b255377bc3efbd9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/905ad410887f423aabc09f4aaba5051a/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/0926960b83a0457e9200bb631b698ce1/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/d096410ecb734276af2d3303e600a809/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/3db0908759c54a95be10bdad763a2c9b/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8037eab3feb44fdd875d719fdfe13fc9/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/a6aad964f29745b7b1510926a802be33/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/bb030403f6984e7bb360fb7bb75b7a93/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/9d59dc87dd274efcbcdb6b6b5b01a9ff/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/832307c7bb9a4d2598e08e1d5d90c433/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/4d09afdc12d94aa1ba7ac596c7f6d3c8/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/8f02b670686742529ca78ada0565c5ba/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/23c34e7a23c043de991d7e7fdf4389c2/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2025/08b3f9e3cef14b66a825032905d881cf/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/3c4d0b9363ba41b886e85c6a725d2c03/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/5295ec99f0424a0886d6fbce7c420aac/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/f7c6e61e89bf4bea835692d2dffa4dba/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/5508adec2e6d4260a599c65f9295bbf2/nld@2025‑06‑05;05522335
/join/id/regdata/gm0995/2024/7832d0b4c919470d9436f15c0839371c/nld@2025‑06‑05;05522335
AAA
Na bijlage III wordt een bijlage ingevoegd, luidende:
/join/id/regdata/gm0995/2025/440a8e72a9b6416d8a349b05725fda5a/nld@2025‑06‑16;07003432
BBB
Het opschrift van bijlage IV wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
CCC
Na bijlage IV wordt een bijlage ingevoegd, luidende:
Voor de toepassing van dit omgevingsplan, met uitzondering van hoofdstuk 22, wordt verstaan onder:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een bouwwerk of constructie dat speciaal is ontworpen om schepen of andere vaartuigen te laten aanmeren;
de aan een gebied toegekende verwachting in verband met de kans op de aanwezigheid van archeologische overblijfselen;
waarde die aan een gebied is toegekend vanwege de kennis en wetenschap van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
één of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het terrein aangeeft dat maximaal zal worden bebouwd, dit met inbegrip van de oppervlakte van (overdekte) bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slecht bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
beperkt kwetsbaar gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet publieksaantrekkend zijn en die op kleine schaal in een woning of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijk uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van een ontwerpwijziging, dan wel zoals die mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning en het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat de wijziging rechtskracht heeft verkregen.
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
bouwen als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
bouwwerk als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet;
een onzelfstandige woonruimte in een woning, bedoeld voor de inwoning van ten hoogste 2 personen die in een bestaande sociale relatie staan ten opzichte van de hoofdbewoner(s);
afdak voor een auto;
daknok als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;
Een toevoeging aan de bouwmassa door het verhogen van de nok of dakrand van het dak, die het silhouet van het oorspronkelijke dak verandert;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
bebouwd of onbebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, waarbij het omgevingsplan die inrichting niet verbiedt;
een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
een extensief dagrecreatief gebruik van gronden, dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, met de daarbijbehorende voorzieningen zoals een vissteiger, een picknickplaats, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening;
gebouw als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet;
de mogelijkheden om gronden en daarop toegelaten bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende functie te gebruiken;
in een gebouw of op een ruimte aanwezige functies die maken dat een gebouw of ruimte als geluidgevoelig wordt aangemerkt;
geluidgevoelig gebouwen op grond van artikel 3.21 Besluit kwaliteit leefomgeving;
geluidgevoelige ruimten op grond van artikel 3.22 Besluit kwaliteit leefomgeving;
een perceel, gelegen aan een hoek van twee wegen in het openbaar gebied;
de eigenaar of de huurder van de woning die daar zijn hoofdverblijf heeft;
hoofdgebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;
de plaats die vanwege persoonlijke en economische belangen gezien wordt als de centrale levensplaats van een persoon;
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een horecabedrijf dat aan detailhandelsfunctie verwante daghoreca voorziet, met een bedrijfsvloeroppervlak (B.V.O.) van minder dan 150 m2, en dat in beginsel alleen overdag en ‘s avonds geopend behoeft te zijn (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaakt. Daaronder worden begrepen:
een horecabedrijf met een relatief beperkte verkeersaantrekkende werking dat in beginsel alleen overdag en ’s avonds geopend behoeft te zijn (vooral voor verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaakt. Daaronder worden begrepen:
een horecabedrijf met een relatief grote verkeersaantrekkende werking dat in beginsel alleen overdag en ’s avonds geopend behoeft te zijn (vooral voor verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaakt. Daaronder worden begrepen:
een horecabedrijf dat normaal gesproken ook delen van de nacht geopend isen dat daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kan veroorzaken. Daaronder worden begrepen:
een café of bar;
een grand-café;
een eetcafé;
een danscafé;
een biljartcentrum;
een shoarmazaak;
een grillroom;
een zalenverhuurcentrum (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/ dansevenementen; en
een naar aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen horeca-activiteit.
een horecabedrijf dat voor een goed functioneren ook ’s nachts is geopend en dat tevens een groot aantal bezoekers aantrekt en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen en bedrijven waarin de bedrijfsvoering gericht is op het publiek gelegenheid te geven deel te nemen aan kansspelen. Binnen deze categorie kunnen de volgende subcategorieën worden onderscheiden:
een horecabedrijf dat voor een goed functioneren ook ’s nachts is geopend en dat tevens een groot aantal bezoekers aantrekt en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kan brengen en bedrijven waarin de bedrijfsvoering gericht is op het publiek gelegenheid te geven deel te nemen aan kansspelen. Binnen deze categorie kunnen de volgende subcategorieën worden onderscheiden:
een horecabedrijf dat is ingericht op het functioneren van een seksinrichting;
de verhuur van een onzelfstandige woonruimte van maximaal 50% van het gebruiksoppervlak van een woning aan ten hoogste 1 persoon waarbij de woonvoorzieningen worden gedeeld met de hoofdbewoner die tevens verhuurder is;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden, niet zijnde fruitteelt;
een aantal aan elkaar door familie of daarmee gelijk te stellen band gerelateerde personen dat gezamenlijk een eenheid vormt en als zodanig ook gebruik maakt van dezelfde voorzieningen in een woning;
het laten gebruiken (van een gedeelte) van een woning als onzelfstandige woonruimte;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi)overheidsinstellingen, het bankwezen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw met een zekere helling;
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voor civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
kwetsbaar gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
het bieden van de ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt binnen de hoofdfunctie, waaronder een bed & breakfast en een pension;
het verlenen van diensten in de medische, sociale, educatieve, culturele, religieuze en administratieve sfeer en andere vormen van dienstverlening, die een min of meer openbaar karakter hebben, met uitzondering van een seksinrichting;
mantelzorg als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;
de situatie, waarbij milieuaspecten dienen te worden beoordeeld, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient er bij de situering en omvang van milieubelastende functies (o.a. bedrijven) op te worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies (o.a. woningen) zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied, waaronder soortenbescherming bij of krachtens de Omgevingswet;
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, apparatuur voor telecommunicatie, middelen voor (ondergrondse) afvalinzameling en andere naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen;
een woonruimte die geen eigen toegang heeft en die niet kan worden bewoond zonder gebruik te maken van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, zoals een keuken en sanitaire voorzieningen;
parkeren als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
bewoning als hoofdverblijf binnen de vaste woonplaats;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een gebouw, uitsluitend bestemd om te dienen voor recreatief nachtverblijf door een persoon, gezin of andere groep van personen, die zijn/hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben; onder recreatief nachtverblijf is in ieder geval niet begrepen permanente bewoning door eenzelfde persoon, gezin of andere groep van personen;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan, al dan niet in combinatie met elkaar:
een (raam)prostitutiebedrijf;
een seksbioscoop;
een seksautomatenhal;
een sekstheater;
een parenclub;
een privé-huis; of
een erotische massagesalon.
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
een in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, dat zich in het algemeen kenmerkt door:
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
verkeer als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;
voertuigen als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevels, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk, de (detail)handel in vuurwerk, de opslag van vuurwerk of de daarvoor benodigde stoffen;
een bedrijf dat is gericht op de (detail)handel in vuurwerk;
weg als bedoeld in de bijlage bij de Omgevingswet, waarbij voor de betekenis van 'weg' wordt aangesloten bij 'wegen' in de Wegenwet;
weggebruikers als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;
een turbine, voorzien van wieken, geplaatst op een hoge mast, waarmee de bewegingsenergie van de lucht (wind) wordt omgezet in rotatie-energie voor het opwekken van elektriciteit;
activiteit inhoudende de bewoning van een woonruimte;
een woonruimte bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
het bouwkundig of functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer aparte woningen;
een gebouw dat meerdere naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, met één of meer gemeenschappelijke toegangen en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een grondgebonden woning dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
een (water)kavel, bedoeld voor het hebben en houden van een woonschip;
een drijvend bouwwerk dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning;
een situatie waarbij, mede door de situering van om de woonfunctie liggende functies en bebouwing, in ieder geval sprake is van een redelijke daglichttoetreding, een redelijke mate van uitzicht en voldoende privacy, alsmede van afwezigheid van hinder;
een niet duurzaam met de grond verenigde woning dat is geplaatst op een woonwagenstandplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
een kavel, bedoeld voor het plaatsen of geplaatst houden van een woonwagen;
een accommodatie met bijbehorende voorzieningen voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven, zoals ouderen of gehandicapten;
zeer kwetsbaar gebouw als bedoeld in bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving;
een woonruimte die een eigen toegang heeft en die kan worden bewoond zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.
Binnen gemeente Lelystad zijn de volgende locaties aangewezen voor het parkeren van grote voertuigen:
Het specifieke vrachtwagenparkeerterrein in de hoek Vaartweg-Zuiveringweg (bedrijventerrein Noordersluis);
Bedrijventerrein Noordersluis: alleen op de wegen Verlaatweg, Havenweg, Loodsweg, Bouwweg en het gedeelte van de Vaartweg tussen de Loodsweg en de rioolwaterzuivering De Kringloop;
Bedrijventerrein Oostervaart: alle wegen met uitzondering van de Binnenhavenweg, Bronsweg en Steenstraat;
Bedrijventerrein Gildenhof: alle wegen met uitzondering van de Schroefstraat.
DDD
Na sectie ' Bedrijf op locatie' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
In deze afdeling worden regels gesteld over festiviteiten zoals bedoeld in artikel 5.68 van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Een festiviteit is een kleinschalige uitbreiding van de gebruikelijk toegelaten (horeca)activiteiten, die plaatsvinden binnen de bebouwing op locatie, waarvoor de normen zoals opgenomen in artikel 4.97, eerste lid op locatie tijdelijk worden versoepeld. Hiermee onderscheidt een festiviteit zich van het evenement op grond van artikel 2.24 van de Algemene plaatselijke verordening van Lelystad (hierna: APV), waar met name sprake van is bij (grootschalige) activiteiten in de openbare ruimte of met impact op de openbare ruimte. Evenementen worden daarmee strikter gereguleerd door middel van vergunningplichten en voorschriften in hoofdstuk 2, afdeling 3, van de APV.
EEE
Na sectie ' Zorgplicht omtrent plaatsgebonden risico' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Op grond van artikel 5.165b van het Besluit kwaliteit leefomgeving dient de gemeente een bebouwingscontour houtkap aan te wijzen voor de toepassing van artikel 11.111, tweede lid, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.
FFF
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
GGG
Na sectie ' Vergunningsplicht beperkingengebiedactiviteit ecologie' worden drie secties ingevoegd, luidende:
Op grond van artikel 5.165a van het Besluit kwaliteit leefomgeving dient de gemeente een bebouwingscontour jacht aan te wijzen voor de toepassing van de artikelen 11.71, vierde lid, en 11.76, derde lid, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.
Het tweede lid ziet op algemene regels die de veiligheid van andere gebruikers van het water beschermen.
Onder de onder sub a. en b. genoemde landvasten dienen te worden verstaan: de touwen waarmee je een vaartuig vastlegt aan de kade.
Van een dreiging als bedoeld onder sub d. is in ieder geval sprake als het vaartuig - ongeacht de staat waarin het verkeert - overmatig scheef of diep in het water ligt,
Het derde lid ziet op algemene regels die de veiligheid van andere gebruikers van het water beschermen.
Onder de onder sub a. en b. genoemde landvasten dienen te worden verstaan: de touwen waarmee je een vaartuig vastlegt aan de kade.
Van een dreiging als bedoeld onder sub d. is in ieder geval sprake als het vaartuig - ongeacht de staat waarin het verkeert - overmatig scheef of diep in het water ligt,
HHH
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
III
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
JJJ
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bijlage I bij het Bbl bevat de begrippen «gemeentelijk monument» en «voorbeschermd gemeentelijk monument». Deze begrippen gelden op grond van artikel 1.1, tweedevierde lid, van dit omgevingsplan ook voor dit plan. Deze begrippen worden gebruikt in de artikelen 22.27, eerste en tweede lid, 22.37, 22.277, 22.278, 22.280 tot en met 22.283 en 22.285.
De begripsomschrijvingen van bovengenoemde begrippen zijn toegesneden op de wijze waarop de bescherming van monumenten en archeologische monumenten op gemeentelijk niveau via het toekennen van een beschermde status en daardoor het van toepassing worden van bepaalde regels onder het nieuwe recht van de Omgevingswet vorm krijgt. Dit gebeurt door aan het monument of archeologisch monument in dit omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument te geven en, als het gaat om een voorbeschermd monument of archeologisch monument, door het voor de locatie van het monument of archeologisch monument toevoegen van een voorbeschermingsregel aan dit omgevingsplan via een voorbereidingsbesluit vanwege het voornemen om aan dat monument of archeologisch monument in dit omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument te geven.
Daarmee zouden buiten de reikwijdte van bovengenoemde begrippen vallen monumenten en archeologische monumenten op gemeentelijk niveau die onder het voor de Omgevingswet geldende recht als gemeentelijk monument of archeologisch monument zijn aangewezen op grond van een gemeentelijke verordening of een voorbeschermde status hebben verkregen op grond van een zodanige verordening, en waaraan nog niet direct bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet in dit omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument is gegeven of waarvoor op dat moment in het omgevingsplan nog geen voorbeschermingsregel is opgenomen. In de praktijk werden onder het voormalige recht onder de begrippen «gemeentelijk monument» en «voorbeschermd gemeentelijk monument» dergelijke monumenten en archeologische monumenten verstaan (hierna samen te noemen: gemeentelijke monumenten «oude stijl»).
Dit gevolg, dat niet is beoogd, kan zich voordoen tot het bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip waarop gemeenten over een omgevingsplan moeten beschikken dat voldoet aan alle eisen van de Omgevingswet. Uiteraard moeten de hier bedoelde gemeentelijke monumenten «oude stijl» gedurende deze overgangsfase wel adequaat worden beschermd. Dit is het geval zolang deze in dit omgevingsplan nog niet zijn voorzien van de functie-aanduiding gemeentelijk monument in het omgevingsplan of, voor zover het gaat om voorbeschermde monumenten of archeologische monumenten, ter zake een voorbeschermingsregel in dit omgevingsplan is opgenomen. Daarbij wordt er voor zover het gaat om voorbeschermde monumenten en archeologische monumenten op gewezen dat die onder de Omgevingswet niet per se eerst via een door een voorbereidingsbesluit toe te voegen voorbeschermingsregel aan het omgevingsplan hoeven te worden omgezet naar een voorbeschermd gemeentelijk monument in de zin van de begripsomschrijving uit bijlage I bij het Bbl. Afhankelijk van het tijdsverloop van de procedure tot aanwijzing op grond van de gemeentelijke verordening en van de procedure om tot vaststelling van een nieuw omgevingsplan te komen, kan er voor deze voorbeschermde monumenten en archeologische monumenten ook voor worden gekozen om deze direct, dus zonder hiervoor eerst een voorbeschermingsregel aan het omgevingsplan toe te voegen, in het nieuwe deel van het omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument te geven. Dit zal zich met name voordoen als de procedure tot aanwijzing op grond van de gemeentelijke verordening gedurende hetzelfde tijdvak gaande is als de procedure tot vaststelling van het omgevingsplan. In dat geval kan het zo zijn dat die procedure tot aanwijzing voldoende voorziet in de benodigde voorbescherming en hoeft die voorbescherming niet afzonderlijk met voorbeschermingsregels in het omgevingsplan te worden gecreëerd.
Voor zover het gaat om de continuering van de gelding van de gemeentelijke verordeningen zelf en een eventueel daarin opgenomen vergunningplicht wordt in de bescherming van de hier bedoelde gemeentelijke monumenten «oude stijl» al voorzien door de artikelen 22.4 en 22.8 van de Omgevingswet, zoals die artikelen bij de Invoeringswet Omgevingswet worden toegevoegd. Maar voor een adequate bescherming van deze gemeentelijke monumenten «oude stijl» is ook vereist dat de onderdelen van de artikelen 22.27, 22.37, 22.266, 22.267, 22.269 tot en met 22.272 en 22.274 die betrekking hebben op gemeentelijke monumenten en voorbeschermde gemeentelijke monumenten in overeenstemming met de daarvoor geldende begripsomschrijvingen, ook op deze gemeentelijke monumenten «oude stijl» van toepassing zijn. Artikel 22.2 van dit omgevingsplan voorziet hierin. Daarbij is het uiteraard zo dat als bij voorbeschermde monumenten en archeologische monumenten de uitkomst van de procedure tot aanwijzing op grond van de gemeentelijke verordening is dat wordt afgezien van de aanwijzing, op dat moment de voorbescherming vervalt en niet langer sprake is van een «monument of archeologisch monument waarop die verordening van overeenkomstige toepassing is» als bedoeld in artikel 22.2, eerste lid. Het van toepassing zijn van dit artikel op de hier bedoelde gemeentelijke monumenten «oude stijl» kan dus niet alleen worden beëindigd doordat gedurende de overgangsfase daaraan in het omgevingsplan de functie-aanduiding gemeentelijk monument wordt gegeven of ter zake in het omgevingsplan een voorbeschermingsregel wordt opgenomen (de situaties beschreven in artikel 22.2, tweede lid), waardoor de desbetreffende monumenten en archeologische monumenten rechtstreeks onder de begrippen gemeentelijk monument en voorbeschermd gemeentelijk monument komen te vallen, maar ook doordat de procedure tot aanwijzing op grond van de gemeentelijke verordening uiteindelijk niet tot een aanwijzing leidt.
KKK
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Voordat een bodemgevoelig gebouw of een gedeelte van een bodemgevoelig gebouw in gebruik genomen wordt, wordt die informatie verstrekt waaruit blijkt hoe de sanerende of andere beschermende maatregelen, bedoeld in artikel paragraaf 4.121 van het Besluit activiteiten leefomgeving, zijn uitgevoerd.
Ter bescherming van de gezondheid van de gebruikers van een bodemgevoelig gebouw is het van belang om te waarborgen dat de voorgeschreven maatregelen daadwerkelijk zijn uitgevoerd. Daartoe dient het voldoen aan deze informatieplicht als voorwaarde voor ingebruikname. Het Besluit activiteiten leefomgeving kent ook een vergelijkbare informatieplicht na beëindiging van de activiteit bodemsanering. De initiatiefnemer kan in één keer aan beide informatieplichten voldoen.
De strekking is dat de initiatiefnemer na afloop van de sanering het bevoegd gezag informeert dat en hoe hij de sanering heeft uitgevoerd. Dit geeft het bevoegd gezag de gelegenheid om adequaat en tijdig toezicht te houden voordat het gebouw in gebruik wordt genomen om te beoordelen of de sanering is afgerond en inderdaad heeft opgeleverd dat het bodemgevoelige gebouw geschikt is voor gebruik.
Dit artikel is gericht op een vergunningvoorschrift met een verbod op ingebruikname als niet is voldaan aan de voorwaarde (voldoen aan de informatieplicht). Het voldoen aan deze informatieplicht heft dat verbod op. Ingeval van het verzuimen om te informeren of het ontbreken van de benodigde informatie kan het bevoegd gezag dus handhaven op overtreding van deze informatieplicht. Toezicht en handhaving op de wijze van saneren en of die in overeenstemming is met de voorschriften over saneren in het Besluit activiteiten leefomgeving vindt plaats op basis van dat besluit.
Een bodemgevoelig gebouw is omschreven als:
gebouw of gedeelte van een gebouw dat de bodem raakt, voor zover aannemelijk is dat personen meer dan twee uur per dag aaneengesloten aanwezig zullen zijn; of
woonschip of woonwagen.
Deze begripsomschrijving is afkomstig uit het Besluit kwaliteit leefomgeving en geldt via een schakelbepaling in dit omgevingsplan (artikel 1.1, tweedevierde lid).
LLL
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Deze paragraaf is van toepassing op de trillingen door een activiteit, in een trillinggevoelige ruimte van een trillinggevoelig gebouw. Dit artikel geldt alleen voor activiteiten die ook onder het algemene toepassingsbereik van deze afdeling voor milieubelastende activiteiten, bedoeld in artikel 22.40 vallen. Dat algemene toepassingsbereik probeert het oude begrip Wet milieubeheer-inrichting grotendeels te dekken. Zie daarover meer in de toelichting bij artikel 22.41. De trillingvoorschriften van het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer waren alleen van toepassing op deze Wet milieubeheer-inrichtingen. Deze paragraaf is alleen van toepassing op activiteiten die trillingen in een frequentie van 1 tot 80 Hz veroorzaken. Dat bleek onder het Activiteitenbesluit milieubeheer impliciet door de verwijzing naar normwaarden in de Meet- en beoordelingsrichtlijn B «Hinder voor personen» van de Stichting Bouwresearch.
De trillingparagraaf uit het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer was niet van toepassing op vergunningplichtige inrichtingen. Deze paragraaf van dit omgevingsplan is wel van toepassing op vergunningplichtige milieubelastende activiteiten. Voor vergunningplichtige milieubelastende activiteiten werden voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet, soms trillingnormen of andere voorschriften ter beperking van trillinghinder opgenomen in de omgevingsvergunning voor milieubelastende activiteiten. Deze bestaande vergunningvoorschriften blijven op grond van artikel 4.13 van de Invoeringswet Omgevingswet gelden en hebben op grond van artikel 22.1, tweede lid van dit omgevingsplan voorrang op de regels voor trillingen in deze paragraaf van dit omgevingsplan.
Onder het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer werd bij de bescherming tegen trillinghinder verwezen naar de begrippen «geluidgevoelige ruimten» en «verblijfsruimten», bedoeld in de voormalige Wet geluidhinder. Het Bkl bevat eigen begrippen «trillinggevoelige gebouwen» en «trillinggevoelige ruimten». Deze gelden op grond van artikel 1.1, tweedevierde lid, van dit omgevingsplan.
Overigens is het begrip trillinggevoelige ruimte in het Bkl wel anders gedefinieerd dan een geluidgevoelige ruimte in de voormalige Wet geluidhinder en het voormalige Activiteitenbesluit milieubeheer. Zo heeft de oude regelgeving het over een keuken van ten minste 11 m2. Die ondergrens van 11 m2 vervalt. Een trillinggevoelige ruimte wordt gedefinieerd als een verblijfsruimte of verblijfsgebied van een aangewezen gebruiksfunctie. In de praktijk kunnen dus kleine verschillen optreden. Als dit bij toepassing van de omgevingsplanregels van rijkswege in een concreet geval een probleem oplevert, dan kan dit opgelost worden met maatwerkvoorschriften.
MMM
Na sectie ' Aanvulling: specifieke beoordelingsregel omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit uitvoeren van een werk, niet zijnde bouwwerk, of werkzaamheid, bij ruimtelijk plan in procedure' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Deze bepaling wordt toegevoegd om de voorkomen dat beleid en beleidsregels die van toepassing zijn op de bepalingen van de Verordening fysieke leefomgeving Lelystad 2021 na omzetting naar het Omgevingsplan gemeente Lelystad niet meer zouden gelden. Dit artikel verklaard deze beleidsdocumenten van overeenkomstige toepassing op de bepalingen die vanuit de Verordening fysieke leefomgeving zijn overgezet naar het omgevingsplan.
Met dit wijzigingsbesluit wordt een deel van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving omgezet naar het Omgevingsplan gemeente Lelystad.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet beoogt de wetgever de regels die gaan over de fysieke leefomgeving waar mogelijk samen te brengen onder één wettelijk regime. Op gemeentelijke niveau vind de juridische verankering van regels die onder de Omgevingswet vallen plaats in het omgevingsplan. Gemeente Lelystad is momenteel bezig met de transitie van de regels vanuit de oude regelgeving naar het omgevingsplan. Hier heeft de gemeente tot 2032 de tijd voor. Met deze wijziging van het omgevingsplan worden regels over de fysieke leefomgeving opgenomen in het omgevingsplan.
In voorbereiding op de Omgevingswet heeft de gemeente Lelystad in 2021 de Verordening fysieke leefomgeving vastgesteld. De Verordening fysieke leefomgeving bevat alle regels die gaan over de fysieke leefomgeving afkomstig uit de:
Algemene plaatselijke verordening Lelystad 2020;
Erfgoedverordening 2010 gemeente Lelystad;
Rioolverordening Lelystad 2018;
Havenbeheersverordening Bataviahaven 2020; en
Havenbeheersverordening Flevokust Haven 2018.
Deze wijziging van het Omgevingsplan gemeente Lelystad ziet op het omzetten van een deel van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving naar het omgevingsplan. Het gaat hierbij uitsluitend om de regels voorheen opgenomen in de Algemene plaatselijke verordening Lelystad 2020. Specifiek ziet deze wijziging op de volgende artikelen:
Artikel 2.1: Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan;
Artikel 2.1a: Melding terrassen;
Artikel 2.2: Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg;
Artikel 2.3: Maken of veranderen van een uitweg;
Artikel 3.2: Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp;
Artikel 3.4: Voorzieningen voor verkeer en verlichting;
Artikel 3.5: Laden van elektrische voertuigen;
Artikel 4.4: Bijen;
Artikel 5.2: Aanwijzing collectieve festiviteiten;
Artikel 5.3: Melding incidentele festiviteiten;
Artikel 5.4: Onversterkte muziek;
Artikel 5.5: Overige geluidhinder;
Artikel 7.2: Afstand tot de erfgrens;
Artikel 7.3: Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden;
Artikel 8.2: Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame;
Artikel 10: Bescherming groenvoorzieningen;
Artikel 11.1: Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke;
Artikel 11.2: Te koop aanbieden van voertuigen;
Artikel 11.3: Defecte voertuigen;
Artikel 11.4: Voertuigwrakken;
Artikel 11.5: Kampeermiddelen e.a.;
Artikel 11.6: Parkeren van reclamevoertuigen;
Artikel 11.7: Parkeren van grote voertuigen;
Artikel 11.8: Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen;
Artikel 11.9: Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen;
Artikel 11.10: Overlast van fiets of bromfiets;
Artikel 11.11: Deelvoertuigen bedrijfsmatig aanbieden;
Artikel 13.1: Voorwerpen op, in of boven openbaar water;
Artikel 13.2: Ligplaats vaartuigen niet zijnde woonschepen;
Artikel 13.3: Beschadigen van waterstaatswerken;
Artikel 13.4: Reddingsmiddelen;
Artikel 13.5: Overlast aan vaartuigen;
Artikel 13.6: Verbod gemotoriseerde vaartuigen;
Artikel 14.2: Beperking verkeer in natuurgebieden;
Artikel 15.2: Incidentele as verstrooiing; en
Artikel 15.3: Hinder of overlast.
Gezien de omvang van de Verordening fysieke leefomgeving zal de omzetting van de regels uit de verordening naar het omgevingsplan in meerdere fasen gebeuren. Deze wijziging ziet op fase 1. Artikelen die niet in bovenstaande lijst staan, zullen in een latere fase worden omgezet.
De voorgenomen wijziging van het Omgevingsplan gemeente Lelystad is voornamelijk een technische omzetting van regels uit de Verordening fysieke leefomgeving. Er worden daarom geen bijeenkomsten of andere activiteiten georganiseerd in het kader van participatie. Dit past in de lijn die is gekozen voor de technische transitie van het omgevingsplan. De gemeenteraad is daarover geïnformeerd (Raadsinformatienota Externe link: 2023, 336).
Wel wordt eenieder, conform de gebruikelijke procedure, in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen wanneer er een ontwerp van de wijziging gepubliceerd wordt. Naar aanleiding van de (eventueel) ingediende zienswijze(n) wordt bekeken óf en op welke manier de wijziging van het omgevingsplan aangepast moet worden.
Op grond van artikel 2.2 van de Omgevingswet dienen bestuursorganen bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden rekening te houden met de verantwoordelijkheden van andere bestuursorganen. Op basis van dit artikel wordt een voorgenomen wijziging van het Omgevingsplan van de gemeente Lelystad als concept voorgelegd aan andere bestuursorganen, waaronder de provincie en het waterschap. Hiermee krijgen deze organen de mogelijkheid om te reageren op de voorgestelde wijziging en (indien nodig) kan er aanvullend overleg plaatsvinden.
Een aantal bestuursorganen heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een reactie te geven op de concept-wijziging. De ontvangen reacties zijn vastgelegd in een verslag dat als bijlage is toegevoegd aan deze wijziging. In dit verslag wordt tevens aangegeven of, en op welke wijze, de wijziging is aangepast naar aanleiding van de ontvangen reacties. Zie voor een uitgebreide toelichting 'Reactienota overleg ex. artikel 2.2 Omgevingswet'.
De Verordening fysieke leefomgeving stelt regels over de fysieke leefomgeving. De verordening bevat o.a. verboden, ontheffingsmogelijkheden, vergunningplichten, meldingsplichten, algemene regels en de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels. Onder de Omgevingswet bestaan de mogelijkheid tot het verlenen van ontheffing en de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels niet meer. Met het omzetten van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving naar het omgevingsplan zijn deze regels daarom aangepast. Voor de mogelijkheid tot het verlenen van ontheffing geldt dat deze standaard is aangepast naar een vergunningplicht. Een vergunning biedt namelijk net als een ontheffing de mogelijkheid om af te wijken van een verbod. Voor de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels geldt dat deze regels direct in het omgevingsplan zijn opgenomen. Alle regels die gaan over de fysieke leefomgeving horen namelijk een plek te krijgen in het omgevingsplan.
Een deel van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving is "technisch" omgezet. Dat wil zeggen dat deze regels inhoudelijk niet zijn gewijzigd ten opzichte van de regels zoals deze in de verordening stonden. Deze regels zijn wel (waar nodig) in lijn gebracht met de systematiek van de Omgevingswet. Het gaat hierbij om de volgende artikelen:
Artikel 2.1a: Melding terrassen;
Artikel 2.2: Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg;
Artikel 2.3: Maken of veranderen van een uitweg;
Artikel 3.2: Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp;
Artikel 3.4: Voorzieningen voor verkeer en verlichting;
Artikel 3.5: Laden van elektrische voertuigen;
Artikel 5.3: Melding incidentele festiviteiten;
Artikel 5.4: Onversterkte muziek;
Artikel 5.5: Overige geluidhinder;
Artikel 7.2: Afstand tot de erfgrens;
Artikel 7.3: Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden;
Artikel 8.2: Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame;
Artikel 11.3: Defecte voertuigen;
Artikel 11.4: Voertuigwrakken;
Artikel 11.8: Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen;
Artikel 11.10: Overlast van fiets of bromfiets;
Artikel 11.11: Deelvoertuigen bedrijfsmatig aanbieden;
Artikel 13.4: Reddingsmiddelen; en
Artikel 13.5: Overlast aan vaartuigen.
Gezien bovenstaande artikelen inhoudelijk niet wijzigen ten opzichte van de Verordening fysieke leefomgeving, wordt in de motivering niet verder ingegaan op de onderwerpen in deze artikelen.
Een deel van de regels uit de Verordening fysieke leefomgeving is gewijzigd omgezet. Dat wil zeggen dat deze regels wél inhoudelijk zijn gewijzigd ten opzichte van de regels zoals deze in de verordening stonden. Het gaat hierbij om de volgende artikelen:
Artikel 2.1: Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan;
Artikel 4.4: Bijen;
Artikel 5.2: Aanwijzing collectieve festiviteiten;
Artikel 10: Bescherming groenvoorzieningen;
Artikel 11.1: Parkeren van voertuigen van autobedrijf en dergelijke;
Artikel 11.2: Te koop aanbieden van voertuigen;
Artikel 11.5: Kampeermiddelen e.a.;
Artikel 11.6: Parkeren van reclamevoertuigen;
Artikel 11.7: Parkeren van grote voertuigen;
Artikel 11.9: Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen;
Artikel 13.1: Voorwerpen op, in of boven openbaar water;
Artikel 13.2: Ligplaats vaartuigen niet zijnde woonschepen;
Artikel 13.3: Beschadigen van waterstaatswerken;
Artikel 13.6: Verbod gemotoriseerde vaartuigen;
Artikel 14.2: Beperking verkeer in natuurgebieden;
Artikel 15.2: Incidentele as verstrooiing; en
Artikel 15.3: Hinder of overlast.
Hieronder wordt per onderwerp ingegaan op de wijziging ten opzichte van de Verordening fysieke leefomgeving.
Artikel 2.1 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels voor terrassen, uitstallingen, laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen en reclameborden. Van de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels is gebruik gemaakt voor terrassen, uitstallingen, kraanwagens en containers. Deze nadere regels zien specifiek op algemene regels voor de plaatsing van terrassen en uitstallingen en meldplichten voor de plaatsing van kraanwagens en containers. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten nadere regels een plek in het omgevingsplan krijgen. De nadere regels zijn daarom (in toevoeging op artikel 2.1 van de verordening) opgenomen in subparagraaf 4.4.3.2 van deze wijziging van het omgevingsplan.
Artikel 4.4 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een verbod met een ontheffingsmogelijkheid op het houden van bijen. De kans dat er ontheffing verleend wordt voor het houden van bijen is klein. Om regeldruk in het omgevingsplan tot een minimum te houden, is de ontheffingsmogelijkheid daarom niet overgenomen. Per geval kan er middels maatwerkvoorschriften worden afgeweken van dit verbod.
Artikel 5.2 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat de mogelijkheid tot het aanwijzen van collectieve festiviteiten. Van de mogelijkheid tot het aanwijzen van collectieve festiviteiten is gebruik gemaakt middels het Aanwijzingsbesluit collectieve festiviteiten horeca-inrichtingen gemeente Lelystad. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten collectieve festiviteiten in het omgevingsplan worden aangewezen. In paragraaf 4.5.1 van deze wijziging van het omgevingsplan zijn daarom de collectieve festiviteiten aangewezen.
Artikel 10.1 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een verbod om schade toe te brengen aan parken, plantsoenen en andere groenvoorzieningen. Dit verbod is gewijzigd in een zorgplicht. Een absoluut verbod is vanuit een praktische overweging niet wenselijk, omdat het gebruik van groenvoorzieningen dan onnodig beperkt wordt. Met een zorgplicht wordt dezelfde mate van bescherming geboden zonder de gebruiksmogelijkheden te beperken. In paragraaf 15.1.1 van deze wijziging van het omgevingsplan is daarom een zorgplicht opgenomen.
Artikelen 11.1, 11.2, 11.5, 11.6 en 11.7 van de Verordening fysieke leefomgeving bevatten een verbod op het parkeren van voertuigen onder bepaalde omstandigheden met een ontheffingsmogelijkheid. Op de ontheffingsmogelijkheid opgenomen in deze artikelen is zelden beroep gedaan. Om regeldruk in het omgevingsplan tot een minimum te houden, is de ontheffingsmogelijkheid daarom niet overgenomen. Wel is de mogelijkheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften opgenomen zodat er in uitzonderlijke gevallen alsnog kan worden afgeweken van het verbod.
Artikel 14.2 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een verbod met een ontheffingsmogelijkheid op verkeer in groenvoorzieningen, natuurgebieden en recreatieterreinen. Artikel 11.9 van de verordening bevat een verbod met een ontheffingsmogelijkheid op het rijden met en plaatsen van voertuigen in parken, plantsoenen en gemeentelijke groenstroken. Beide artikelen gaan over verkeer in groen. Om het aantal artikelen in het omgevingsplan tot een minimum te houden, zijn deze artikelen daarom samengevoegd in één artikel met één vergunningplicht. Deze "nieuwe" vergunningplicht is opgenomen in artikel 15.2.1 van deze wijziging van het omgevingsplan.
Artikel 13.1 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een meldplicht voor het plaatsen van voorwerpen op, in of boven openbaar water. Op deze meldplicht is nog nooit beroep gedaan. Om regeldruk in het omgevingsplan tot een minimum te houden, is de meldplicht daarom niet overgenomen.
Artikel 13.2 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels voor het innemen van een ligplaats met een vaartuig niet zijnde een woonschip. Van de mogelijkheid tot het stellen van nadere regels is gebruik gemaakt voor het invoeren van een "winterstop". Tussen 1 november en 1 maart is het op basis van de nadere regels verboden om een ligplaats in te nemen met een vaartuig in openbaar water. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet moeten nadere regels een plek in het omgevingsplan krijgen. De nadere regels zijn daarom (in toevoeging op artikel 13.2 van de verordening) opgenomen in paragraaf 18.3.2 van deze wijziging van het omgevingsplan.
Artikel 13.3 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een verbod op het beschadigen van waterstaatswerken. Dit verbod is gewijzigd in een zorgplicht. Een absoluut verbod is vanuit een praktische overweging niet wenselijk, omdat het gebruik van waterstaatswerken dan onnodig beperkt wordt. Met een zorgplicht wordt dezelfde mate van bescherming geboden zonder de gebruiksmogelijkheden te beperken. In afdeling 18.2 van deze wijziging van het omgevingsplan is daarom een zorgplicht opgenomen.
Artikel 13.6 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een verbod met een ontheffingsmogelijkheid op het varen met gemotoriseerde vaartuigen. Met het oog op de doelen van de Omgevingswet is de ontheffingsmogelijkheid in dit artikel niet overgenomen.
Artikel 15.2 van de Verordening fysieke leefomgeving bevat een verbod met een ontheffingsmogelijkheid op het incidenteel verstrooien van as. Dit verbod wordt aangevuld door artikel 15.3 van de verordening. Op de ontheffingsmogelijkheid opgenomen in artikel 15.2 omtrent het verstrooien van as op verharde delen van de weg is nog nooit beroep gedaan. Om regeldruk in het omgevingsplan tot een minimum te houden, is de ontheffingsmogelijkheid daarom niet overgenomen. Daarnaast is het verbod in artikel 15.2 bijgesteld naar enkel een verbod op het incidenteel verstrooien van as op gemeentelijke begraafplaatsen en crematoriumterreinen. Om het aantal artikelen in het omgevingsplan tot een minimum te houden, is dit verbod samengevoegd met het verbod in artikel 15.3 in één artikel met één verbod. Dit "nieuwe" verbod is opgenomen in paragraaf 4.4.5 van deze wijziging van het omgevingsplan.
Met deze wijziging van het omgevingsplan wordt de aanwijzing van de bebouwingscontour houtkap opgenomen. De aanwijzing van bebouwingscontouren is geregeld in artikel 5.165a (bebouwingscontour jacht) en 5.165b (bebouwingscontour houtkap) van het Besluit kwaliteit leefomgeving. Uit praktische overweging is ervoor gekozen om beide bebouwingscontouren in één keer op te nemen in het omgevingsplan.
De bij dit ontwerp behorende stukken worden ter inzage gelegd middels een publicatie op de gemeentelijke website. Via de volgende link kunt u de webpagina van de gemeentelijke website openen, waar de bijbehorende stukken worden geplaatst: Externe link: http://www.lelystad.nl/omgevingsplan. Bijbehorende stukken blijven in ieder geval beschikbaar tot het einde van de inzageperiode van een ontwerp.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2025-263229.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.