U bekijkt een publicatie met

Toon versie van document

Proeflocatie Weustevijver

Het/De gemeenteraad van Gemeente Wierden

gelezen de tekstinhoud van ”Omgevingsplan gemeente Wierden” d.d. 28‑01‑2025,

heeft het volgende besloten:

Artikel I

Het Omgevingsplan gemeente Wierden te wijzigen zoals aangegeven in Bijlage A van dit besluit;

Artikel II

In te stemmen met de 'lijst van wijzigingen - Weustevijver' welke wordt geacht deel uit te maken van dit besluit;

Artikel III

Dit besluit treedt in werking 6 weken na de dag van bekendmaking.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van Gemeente Wierden d.d. 28‑01‑2025.

Gemeenteraad van Wierden,

de griffier - Walter Wienk

de voorzitter - Doret Tigchelaar

Bijlage A Bijlage bij artikel I

A

Hoofdstuk 21 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Hoofdstuk 21 Wijzigingen van het omgevingsplan

[Gereserveerd]

Afdeling 21.1 Wijziging Weustevijver

Paragraaf 21.1.1 Algemene bepalingen
Artikel 21.1 Voorrangsbepalingen
  • 1.

    De regels in deze afdeling gaan over de locatie Wijziging De Weustevijver en zijn van toepassing op een voor een regel bepaald werkingsgebied;

  • 2.

    De regels in deze afdeling gelden in afwijking van het bepaalde in respectievelijk Hoofdstuk 2 van het "bestemmingsplan Wierden Dorp" en Hoofdstuk 2 van het bestemmingsplan "Buitengebied 2009, herziening 2019 (veegplan 2)" zoals opgenomen in het tijdelijke deel van dit omgevingsplan (bedoeld in artikel 22.1, onder a, van de Omgevingswet), indien en voor zover de regels met elkaar in strijd zijn. 

  • 3.

    De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van deze afdeling.

Paragraaf 21.1.2 Aanwijzingen in de fysieke leefomgeving
Subparagraaf 21.1.2.1 Aandachtsgebieden

Artikel 21.2 Hoogspanningsverbinding

Ter plaatse van de Gebiedsaanwijzing hoogspanningsverbinding gelden regels ten behoeve van de de bescherming van de aanleg, instandhouding en bescherming van (een) bovengrondse verbinding(en) ten behoeve van het transport van elektriciteit met de daarbij behorende:

  • a.

    leidingzone;

  • b.

    veiligheidszone;

  • c.

    gebouwen;

  • d.

    bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde;

  • e.

    werken, geen bouwwerken zijnde.

Subparagraaf 21.1.2.2 Cultureel erfgoed

Subsubparagraaf 21.1.2.2.1 Archeologisch waardevolle gebieden

Artikel 21.3 Archeologische verwachtingswaarde

Ter plaatse van de Gebiedsaanwijzing archeologische verwachtingswaarde gelden regels voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van de archeologische waarden met daarbijbehorende bouwwerken en voorzieningen. 

Paragraaf 21.1.3 Gebruiksactiviteiten
Subparagraaf 21.1.3.1 Gebruiksdoel van gronden en bouwwerken

Subsubparagraaf 21.1.3.1.1 Inleidende bepalingen

Artikel 21.4 Toepassingsbereik

Deze afdeling is van toepassing op het gebruiken van gronden en bouwwerken binnen functies. 

Artikel 21.5 Verbodsbepaling

Het is verboden gronden of bouwwerken te gebruiken op een wijze die niet in overeenstemming is met een onder deze afdeling aan een locatie gegeven gebruiksdoel, of op een wijze die in strijd is met de daarop betrekking hebbende regels over gebruik.

Artikel 21.6 Ondergeschikte activiteiten en voorzieningen

Ondergeschikt aan het gebruiksdoel mogen gronden en bouwwerken binnen de functie worden gebruikt voor de volgende bijbehorende activiteiten en voorzieningen:

  • a.

    Werken, geen bouwwerken zijnde; 

  • b.

    Groenvoorzieningen;

  • c.

    Tuinen, erven en terreinen;

  • d.

    Wegen en paden;

  • e.

    Water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  • f.

    Parkeervoorzieningen.

Subsubparagraaf 21.1.3.1.2 Groen

Artikel 21.7 Toepassingsbereik

Deze subsubparagraaf gaat over het gebruiken van gronden en bouwwerken binnen de Functie Groen.

Artikel 21.8 Gebruiksdoel

  • 1.

    Gronden  en bouwwerken binnen de locatie Groen mogen worden gebruikt voor groenvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de toegankelijkheid en beleving van de openbare ruimte. Hieronder wordt in ieder geval begrepen het gebruik van gronden voor groenvoorzieningen, fiets- en/of voetpaden, speelvoorzieningen, parkeervoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterberging.

  • 2.

    Een ander gebruik is uitsluitend toegestaan indien dat in deze subsubparagraaf is geregeld en met inachtneming van de daarvoor geldende bepalingen. 

Subsubparagraaf 21.1.3.1.3 Verkeer

Artikel 21.9 Toepassingsbereik

Deze subsubparagraaf gaat over het gebruiken van gronden en bouwwerken binnen de Functie Verkeer

Artikel 21.10 Gebruiksdoel

  • 1.

    Gronden en bouwwerken binnen de locatie Verkeer mogen worden gebruikt voor verkeerstechnische doeleinden. 

  • 2.

    Een ander gebruik is uitsluitend toegestaan indien dat in deze subsubparagraaf is geregeld en met inachtneming van de daarvoor geldende bepalingen. 

Subsubparagraaf 21.1.3.1.4 Water

Artikel 21.11 Toepassingsbereik

Deze paragraaf gaat over het gebruiken van gronden en bouwwerken binnen de Functie Water

Artikel 21.12 Gebruiksdoel

  • 1.

    Gronden en bouwwerken binnen de locatie Water mogen gebruikt worden voor:

    • a.

      Waterbergingen, waaronder begrepen plassen en vijvers;

    • b.

      Watergangen, waaronder begrepen kanalen, vaarten, waterlopen, waterwegen;

    • c.

      Waterhuishoudkundige voorzieningen;

    • d.

      Voorzieningen voor het keren en beheersen van water;

    • e.

      Extensief recreatief medegebruik, zoals onverharde en (half)verharde wandel-, fiets- en ruiterpaden;

    • f.

      Behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;

    • g.

      Infrastructurele voorzieningen zoals deze bestonden op het tijdstip van terinzagelegging van dit plan;

  • 2.

    Een ander gebruik van gronden en bouwwerken is uitsluitend toegestaan voor zover dit in deze subsubparagraaf is aangegeven en met inachtneming van de daarvoor geldende regels.

Paragraaf 21.1.4 Ruimtelijke bouwactiviteiten
Subparagraaf 21.1.4.1 Algemene beoordelingsregels voor bouwactiviteiten

Subsubparagraaf 21.1.4.1.1 Algemene bepalingen

Artikel 21.13 Beoordelingsregel aanvraag binnenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit bouwwerken in relatie tot het gebruiksdoel van de gronden en bouwwerken

De omgevingsvergunning als bedoeld in 22.26 kan uitsluitend worden verleend wanneer de activiteit wordt uitgeoefend in het kader van het gebruiksdoel van de functie waar deze ruimtelijke bouwactiviteit plaatsvindt, zoals dat in paragraaf 21.1.3 is bepaald.

Subsubparagraaf 21.1.4.1.2 Specifieke bepalingen

Artikel 21.14 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a.

    het straat- en bebouwingsbeeld;

  • b.

    de sociale veiligheid;

  • c.

    de milieusituatie;

  • d.

    de verkeersveiligheid;

  • e.

    de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Artikel 21.15 Bebouwingsgrenzen

  • 1.

    Het bouwen van gebouwen binnen de zone ‘bebouwingszone verkeer' kan worden toegelaten, indien:

    • a.

      dat uit stedenbouwkundig oogpunt ter plaatse aanvaardbaar is;

    • b.

      uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daar uit oogpunt van het wegbeheer en de verkeersveiligheid geen bezwaar tegen bestaat;

    • c.

      in voldoende mate is betrokken:

      • 1.

        de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;

      • 2.

        de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, externe veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;

      • 3.

        de mate waarin de landschappelijke inpasbaarheid is aangetoond;

      • 4.

        de mate waarin de verkeerssituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.

Subsubparagraaf 21.1.4.1.3 Verrichten van ruimtelijke bouwactiviteiten binnen aandachtsgebieden

Artikel 21.16 Hoogspanningsverbinding

  • 1.

    Binnen de locatie Hoogspanningsverbinding kan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.26 uitsluitend worden verleend indien uit overleg met de leidingbeheerder(s) en brandweer blijkt dat daartegen met het oog op het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding(en) en/of het aspect veiligheid geen bezwaar bestaat;

  • 2.

    In afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, gelden voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde de volgende regels:

    • a.

      de bouwhoogte van een hoogspanningsmast mag niet meer bedragen dan de ter plaatse van de omgevingsnorm maximum bouwhoogte hoogspanningsmast aangegeven bouwhoogte;

    • b.

      in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m bedragen.

Artikel 21.17 Archeologische verwachtingswaarde

  • 1.

    Binnen de locatie Archeologische verwachtingswaarde kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 22.26 uitsluitend worden verleend indien daartegen uit hoofde van de bescherming van de archeologische waarde geen bezwaar bestaat, hetgeen kan blijken uit een rapport waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld; 

  • 2.

    Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op:

    • a.

      bouwwerken en -projecten met een oppervlakte van niet meer dan 2.500 m2;

    • b.

      activiteiten waarvoor geen omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken vereist is;

    • c.

      bouwprojecten waarvoor een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken is verleend en waarbij een rapport is overlegd waarin de archeologische waarde van de gronden in voldoende mate is vastgesteld.

Artikel 21.18 Zone - Archeologie

  • 1.

    Binnen de locatie Zone - Archeologie kan de omgevingsvergunning als bedoeld in 22.26 uitsluitend worden verleend, indien:

    • a.

      de aanvrager een rapport heeft overlegd waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld;

    • b.

      de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwwerken regels te verbinden, gericht op het behoud van de archeologische resten in de bodem, het doen van opgravingen dan wel het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige;

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op één of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken:

    • a.

      vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering;

    • b.

      een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 50 cm en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst;

    • c.

      een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 250 m2.

Subparagraaf 21.1.4.2 Bouwen van gebouwen

Subsubparagraaf 21.1.4.2.1 Algemene beoordelingsregels voor het bouwen van gebouwen

Artikel 21.19 Bushaltes en andere wachtruimten

Voor het bouwen van bushaltes en andere wachtruimtes gelden de volgende beoordelingsregels:

  • a.

    De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter; 

  • b.

    De oppervlakte mag per gebouw niet meer bedragen dan 10 m2.

Subparagraaf 21.1.4.3 Bouwen van bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde

Subsubparagraaf 21.1.4.3.1 Algemene beoordelingsregels

Artikel 21.20 Algemene beoordelingsregels voor bouwwerken, geen gebouw of overkapping zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkapping zijnde bedraagt maximaal de ter plaatse van de omgevingsnorm maximum bouwhoogte bouwwerken geen gebouw of overkapping zijnde  aangegeven bouwhoogte.  

Paragraaf 21.1.5 Aanlegactiviteiten
Subparagraaf 21.1.5.1 Aanlegactiviteiten in het buitengebied

Artikel 21.21 Vergravingen van de bodem

Op de locatie vergravingen van de bodem zijn de volgende aanlegactiviteiten vergunningplichtig:

  • a.

    het afgraven van een perceel, dan wel een deel van een perceel, met een diepte van meer dan 20cm. Minder dan 20cm is toegestaan;

  • b.

    vergraven, oftewel het verplaatsen van grond of zand zonder dat de maaiveldhoogte meer dan 20cm hoger of lager wordt. Minder dan 20cm is toegestaan;

  • c.

    diepploegen en diepwoelen tot een maximum van 2 meter diep. Dieper dan 2 meter is verboden.

Artikel 21.22 Aanpassingen van het waterstelsel

Op de locatie aanpassingen van het waterstelsel zijn de volgende aanlegactiviteiten vergunningplichtig:

  • a.

    het aanleggen van een drainagestelsel;

  • b.

    het aanleggen, verbreden of verbeteren van sloten en greppels;

  • c.

    het dempen van sloten en greppels;

  • d.

    het aanbrengen van geïsoleerde wateren;

  • e.

    het dempen van geïsoleerde wateren;

  • f.

    het aansluiten van hemelwaterafvoer en drainage op gemeentelijke sloten;

  • g.

    het aanbrengen van ondergrondse leidingen.

Artikel 21.23 Uitzonderingen op vergunningplicht

De in 21.1.5.1 opgenomen vergunningplicht is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a.

    het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  • b.

    reeds legaal in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning reeds mogen worden uitgevoerd;

  • c.

    ten dienste zijn van een onderzoek naar de opsporing van, dan wel het behoud, de bescherming en/of het herstel van aanwezige waarden;

  • d.

    de aanwezige waarden niet onevenredig aantasten, hetgeen kan blijken uit een rapport van een uitgevoerd onderzoek.

Artikel 21.24 Afwegingskader

Bij het verlenen van omgevingsvergunningen als bedoeld in 21.1.5.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken wordt:

  • a.

    de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;

  • b.

    de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, (omgevings)veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;

  • c.

    de mate waarin de landschappelijke/stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond;

  • d.

    de mate waarin de verkeer- en parkeersituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.

Subparagraaf 21.1.5.2 Aanlegactiviteiten binnen de bebouwde kom

Artikel 21.25 Zone - Archeologie

  • 1.

    Op de locatie Zone - Archeologie is het verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;

    • b.

      het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;

    • c.

      het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;

    • d.

      het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;

    • e.

      het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden en het rooien van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;

    • f.

      het scheuren van grasland.

  • 2.

    Geen omgevingsvergunning is nodig voor werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden:

    • a.

      die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, waarbij de gronden niet dieper dan 0,5 m worden geroerd;

    • b.

      reeds legaal in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning mogen worden uitgevoerd;

    • c.

      als onderdeel van een ingreep in de bodem met een oppervlakte van ten hoogste 250 m².

Artikel 21.26 Zone - Hoogspanning

  • 1.

    Op de locatie Zone - Hoogspanning is het verboden zonder een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen;

    • b.

      het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m;

    • c.

      het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren;

    • d.

      het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld of weghoogte.

  • 2.

    Geen omgevingsvergunning is nodig voor werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden:

    • a.

      die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

    • b.

      reeds legaal in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning mogen worden uitgevoerd;

  • 3.

    Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt de betreffende leidingbeheerder gehoord.

Artikel 21.27 Zone - Water

  • 1.

    Binnen de locatie Water is het verboden om zonder een omgevingsvergunning  de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en vlonders;

    • b.

      het graven, vergraven, verbreden of dempen van watergangen of poelen.

  • 2.

    Geen omgevingsvergunning is nodig voor werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden:

    • a.

      die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

    • b.

      reeds legaal in uitvoering zijn dan wel krachtens een verleende vergunning mogen worden uitgevoerd;

Artikel 21.28 Afwegingskader

Bij het verlenen van omgevingsvergunningen als bedoeld in 21.1.5.2 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken wordt:

  • a.

    de mate waarin de belangen van gebruikers en/of van eigenaren van de aanliggende gronden kunnen worden geschaad;

  • b.

    de mate waarin de uitvoerbaarheid is aangetoond, waaronder begrepen de toelaatbaarheid op het gebied van milieu, (omgevings)veiligheid, waterhuishouding, ecologie en archeologie;

  • c.

    de mate waarin de landschappelijke/stedenbouwkundige inpasbaarheid is aangetoond;

  • d.

    de mate waarin de verkeer- en parkeersituatie wordt beïnvloed, waaronder begrepen de gevolgen voor de infrastructuur.

Paragraaf 21.1.6 Kapactiviteiten
Artikel 21.29 Vergunningplichtige kapactiviteiten
  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het kappen en/of rooien van bomen en andere houtopstanden.

Paragraaf 21.1.7 Overgangsrecht
Artikel 21.30 Voorzetting legaal gebruik onder overgangsrecht
  • 1.

    Het legale gebruik van gronden en bouwwerken op een locatie, dat bestond op 1 januari 2024 maar in strijd is met het omgevingsplan, mag worden voortgezet tot 1 januari 2032, indien en voor zover op dit gebruik geen andere overgangsregels in dit plan op die locatie van toepassing zijn.

  • 2.

    Het is verboden een met het omgevingsplan strijdig gebruik te veranderen of te laten veranderen, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

Artikel 21.31 Onderbreking overgangsrecht

Als de activiteit, bedoeld in artikel 21.30 na het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden de activiteit daarna te hervatten.

Artikel 21.32 Eerbiedigende werking

Een bouwwerk dat voor 1 januari 2024 legaal is opgericht, of op grond van een omgevingsvergunning mag worden opgericht, en afwijkt van het omgevingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

  • a.

    in stand worden gehouden, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd en in respectievelijk vernieuwde of veranderde staat in stand worden gehouden;

  • b.

    na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd en in respectievelijk vernieuwde of veranderde staat in stand worden gehouden, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het (bouw-)werk is teniet gegaan.

Artikel 21.33 Afwijking eerbiedingende werking

Het bevoegd gezag kan eenmalig bij en omgevingsvergunning afwijken van artikel 21.32 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%.

B

Het opschrift van hoofdstuk 22 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Hoofdstuk 22 ACTIVITEITEN Activiteiten

C

Het opschrift van afdeling 22.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Afdeling 22.1 ALGEMEEN Algemeen

D

Het opschrift van afdeling 22.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Afdeling 22.2 ACTIVITEITEN MET BETREKKING TOT BOUWWERKEN, OPEN ERVEN EN TERREINEN Activiteiten met betrekking tot bouwwerken, open erven en terreinen

E

Het opschrift van afdeling 22.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Afdeling 22.3 MILIEUBELASTENDE ACTIVITEITEN Milieubelastende activiteiten

F

Het opschrift van afdeling 22.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Afdeling 22.4 AANLEGGEN OF WIJZIGEN VAN WEGEN OF SPOORWEGEN ZONDER GELUIDPRODUCTIEPLAFONDS Aanleggen of wijzigen van wegen of spoorwegen zonder geluidproductieplafonds

G

Het opschrift van afdeling 22.5 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Afdeling 22.5 OVERIGE ACTIVITEITEN Overige activiteiten

H

Het opschrift van hoofdstuk 23 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Hoofdstuk 23 SLOTBEPALINGEN Slotbepalingen

I

Het opschrift van artikel 23.1 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:

Artikel 23.1 (citeertitel) Citeertitel

J

Na het lichaam wordt een bijlage ingevoegd, luidende:

Bijlage I Overzicht Informatieobjecten

aanpassingen van het waterstelsel

/join/id/regdata/gm0189/2024/c25da30dfa7541e1b5e0d2b5d810aa3a/nld@2025‑02‑10;10435720

Archeologische verwachtingswaarde

/join/id/regdata/gm0189/2024/f97ae050924549c5a3ccb520eb5b8df7/nld@2025‑02‑10;10435720

bebouwingszone verkeer

/join/id/regdata/gm0189/2024/ad6863328c4a4d4f8cb3d91f3d0a74b6/nld@2025‑02‑10;10435720

Functie Groen

/join/id/regdata/gm0189/2024/77249c34eeb44323ad0b8904f5d279c8/nld@2025‑02‑10;10435720

Functie Verkeer

/join/id/regdata/gm0189/2024/5e50a87a72fa44f9b8fa21048dd580b4/nld@2025‑02‑10;10435720

Functie Water

/join/id/regdata/gm0189/2024/7467f251cfe141ffb9ab0aece0c70bd8/nld@2025‑02‑10;10435720

Gebiedsaanwijzing archeologische verwachtingswaarde

/join/id/regdata/gm0189/2024/f5d3394770bf4f6484950925a749cee4/nld@2025‑02‑10;10435720

Gebiedsaanwijzing hoogspanningsverbinding

/join/id/regdata/gm0189/2024/abedf4610b534b93a7eaa24d117dff93/nld@2025‑02‑10;10435720

Groen

/join/id/regdata/gm0189/2024/f0f13916e14b4a1f8d3f0451a56cb104/nld@2025‑02‑10;10435720

Hoogspanningsverbinding

/join/id/regdata/gm0189/2024/a6036561c3544833a42b8f9e5396da97/nld@2025‑02‑10;10435720

maximum bouwhoogte bouwwerken geen gebouw of overkapping zijnde

/join/id/regdata/gm0189/2024/10c6f896fbfb4dc8ae48059d4d9e6d10/nld@2025‑02‑10;10435720

maximum bouwhoogte hoogspanningsmast

/join/id/regdata/gm0189/2024/85518e675bba4f3bb6515437e40939cc/nld@2025‑02‑10;10435720

vergravingen van de bodem

/join/id/regdata/gm0189/2024/1d714f2623e1494689491438db6005c2/nld@2025‑02‑10;10435720

Verkeer

/join/id/regdata/gm0189/2024/868637665ec84b1d807f9881932c6e35/nld@2025‑02‑10;10435720

Water

/join/id/regdata/gm0189/2024/90566994756b462c99effff7fde4549c/nld@2025‑02‑10;10435720

Wijziging De Weustevijver

/join/id/regdata/gm0189/2024/05a4c2a648e942089b81c202a0a087cf/nld@2025‑02‑10;10435720

Waarde - Archeologie 2

/join/id/regdata/gm0189/2024/2592a2e17324440cbd41479ae2f23aec/nld@2025‑02‑10;10435720

Zone - Hoogspanning

/join/id/regdata/gm0189/2024/5c9216c78938476ab4a3741cc77dc7b5/nld@2025‑02‑10;10435720

I Overzicht Documentenbijlagen

Motivering Omgevingsplanwijziging - Proeflocatie Weustevijver

/join/id/pubdata/gm0189/2025/ce7cd932d571414ea6d05c029b168edc/nld@2025‑02‑10;10435720

II Bijlage

[Gereserveerd]

Motivering

1 Motivering

De motivering van voorliggend wijzigingsbesluit is opgenomen onder I Overzicht Documentenbijlagen  Kortheidshalve wordt op deze plek volstaan met een verwijzing naar de betreffende bijlagen. 

Naar boven