Besluit tot vaststelling van het Programma Windenergie Amsterdam 2030

Het college van burgemeester en wethouders van Gemeente Amsterdam

gelet op:

  • a.

    artikel 3.4 van de Omgevingswet, waarin is bepaald dat het college bevoegd is een programma vast te stellen;

  • b.

    artikel 16.34 van de Omgevingswet, waarin is bepaald dat een programma als bedoeld in artikel 3.4 van de Omgevingswet, geldt als een plan of programma in de zin van artikel 2, onder a, van de Smb-richtlijn, en dat voor dit programma een plan-mer-plicht geldt;

  • c.

    De aangenomen motie #35 van het raadslid Kreuger van JA21 door de gemeenteraad op 10 februari 2021 bij de bespreking van 'kennisnemen van de reactienota Regionale Energiestrategie Noord-Holland Zuid (RES NHZ) en de verwerking van de reactie nota RES 1.0 en de toezegging met betrekking tot het participatietraject inzake de RES” 

  • d.

    de RES1.0 NHZ, door de raad in mei 2021 vastgesteld, waarin zoekgebieden voor wind en zon zijn vastgesteld; 

  • e.

    op de Omgevingsvisie Amsterdam 2050, zoals door de raad vastgesteld op 8 juli 2021, waarin de gemeenteraad het college heeft opgedragen een programma voor duurzame energie vast te stellen, waarvan het Programma Windenergie Amsterdam 2030 een uitwerking is op het thema windenergie; 

  • f.

    het besluit van het college in januari 2022 waarin is besloten naar aanleiding van de reflectiefase een plan-MER op te stellen voor de zoekgebieden voor wind in Amsterdam; 

  • g.

    het collegebesluit van 14 februari 2023 waarbij het college heeft ingestemd met het vrijgeven voor inspraak van de NRD  (zie bijlage 1) voor het plan-MER voor het Programma Windenergie Amsterdam 2030;

  • h.

    het collegebesluit van 18 juli 2023 waarbij de Nota van Beantwoording inzake NRD voor plan-MER Programma Windenergie Amsterdam 2030 (zie bijlage 2) is vastgesteld ;

  • i.

    het advies van de Stedelijke Adviesgroep RES Amsterdam (SARA) van 23 februari 2024 (zie bijlage 3 );

  • j.

    het collegebesluit van 14 mei 2024 waarbij het college heeft ingestemd met het vrijgeven voor terinzagelegging voor de duur van acht weken van het  ontwerp-Programma Windenergie Amsterdam 2030 met het ‘PlanMER Windenergie ten behoeve van het Programma Windenergie Amsterdam 2030’ en alle daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor de beoordeling van het ontwerp;

  • k.

    de ingekomen zienswijzen over het ontwerp-Programma Windenergie Amsterdam 2030 en het ontwerp PlanMER, zoals beantwoord in de Nota van Beantwoording waarin de zienswijzen kort zijn samengevat en beantwoord (ziebijlage 4);

  • l.

    het planMER Programma Windenergie Amsterdam 2030 (zie bijlage 5) inclusief de Technische bijlage bij planMER (zie bijlage 6 )

  • m.

    het Antea-onderzoek Sociale Aspecten Zoekgebieden (zie bijlage 7)

  • n.

    het Rebel rapport over Financiële Participatie Wind en Zon Amsterdam (zie bijlage 8)

  • o.

    het advies van de Commissie mer van 10 september 2024 (zie bijlage 9 );

  • p.

    de wensen en bedenkingen van de gemeenteraad van 11 december 2024 waarin de gemeenteraad heeft aangegeven zoveel mogelijk windturbines in het havengebied te realiseren en duidelijkheid te geven voor Amsterdammers over waar windturbines mogen komen en waar niet door een jaarlijkse monitoring en beslismoment;

  • q.

    de adviezen van de dagelijkse besturen van de bestuurscommissies van stadsdeel Nieuw West van 16 juli 2024, stadsdeel Noord van 11 juni 2024, stadsdeel Oost van 16 juli 2024, stadsdeel Zuidoost van 16 juli 2024 en een ongevraagd advies van stadsdeel Zuidoost van 16 juli 2024 en het advies van de bestuurscommissie van het stadsgebied Weesp van 18 juni 2024;

  • r.

    de wijzigingen die ten opzichte van het ontwerpbesluit zijn aangebracht, zoals opgenomen in de Nota van wijzigingen Programma Windenergie Amsterdam 2030 (zie bijlage 10 )

Besluit:

Artikel I

Het Programma Windenergie Amsterdam 2023, zoals opgenomen in Bijlage A vast te stellen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking van dit besluit.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam op 25 februari 2025

 

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Bijlage A Bijlage bij artikel I

Programma Windenergie Amsterdam 2030

1 Programma Windenergie Amsterdam 2030

1.1 Programma Windenergie Amsterdam 2030

U vindt het Programma Windenergie Amsterdam 2030 via de volgende link: Programma Windenergie Amsterdam 2030

Het programma geldt binnen het volgende besluitgebied

Bijgevoegd is Samenvatting PlanMER 

I Bijlagen

1 NRD planMER windenergie Amsterdam

NRD planMER windenergie Amsterdam

2 Nota van beantwoording adviezen en zienswijzen NRD

Nota van beantwoording adviezen en zienswijzen NRD

3 Advies op hoofdlijnen SARA

Advies op hoofdlijnen SARA

4 Nota van beantwoording zienswijzen Programma Windenergie Amsterdam 2030

Nota van beantwoording zienswijzen Programma Windenergie Amsterdam 2030

5 PlanMER Programma Windenergie Amsterdam 2030

PlanMER Programma Windenergie Amsterdam 2030

6 PlanMER technische bijlage

PlanMER Technische Bijlage

7 Antea onderzoek sociale aspecten zoekgebieden

Antea onderzoek sociale aspecten zoekgebieden

8 Rebel rapport financiële participatie

Rebel rapport financiële participatie

9 advies commissie mer

Advies commissie mer

10 Nota van Wijzigingen Programma Windenergie Amsterdam 2030

Nota van Wijzigingen Programma Windenergie Amsterdam 2030

II Overzicht Documentenbijlagen

NRD planMER windenergie Amsterdam

/join/id/pubdata/gm0363/2025/6d80e1d8c41d4b1d85db8a59ed1b6c64/nld@2025‑02‑26;13054171

Nota van beantwoording adviezen en zienswijzen NRD

/join/id/pubdata/gm0363/2025/d4b22bbc86aa4be5a9f55c0d70f05805/nld@2025‑02‑26;13054171

Advies op hoofdlijnen SARA

/join/id/pubdata/gm0363/2025/31f663a046f5478193f6cf377625f8c2/nld@2025‑02‑26;13054171

Nota van beantwoording zienswijzen Programma Windenergie Amsterdam 2030

/join/id/pubdata/gm0363/2025/88f3afe01f804567b6ec6474f82f0d66/nld@2025‑02‑26;13054171

Advies commissie mer

/join/id/pubdata/gm0363/2025/ec2baafa0e7b43f0b6f18341a3b6303d/nld@2025‑02‑26;13054171

Nota van Wijzigingen Programma Windenergie Amsterdam 2030

/join/id/pubdata/gm0363/2025/d511bd23867b48f48bc452123f536649/nld@2025‑02‑26;13054171

PlanMER Programma Windenergie Amsterdam 2030

/join/id/pubdata/gm0363/2025/0ffd9c25aeb04743ba706215a7a71fba/nld@2025‑02‑26;13054171

PlanMER Technische Bijlage

/join/id/pubdata/gm0363/2025/4e506f9c63014c55bc875fd8be396445/nld@2025‑02‑26;13054171

Antea onderzoek sociale aspecten zoekgebieden

/join/id/pubdata/gm0363/2025/4c3696ce6b7c45e99cadb54febc5323e/nld@2025‑02‑26;13054171

Rebel rapport financiële participatie

/join/id/pubdata/gm0363/2025/47bc99ccd05d492294df1cc5b981a991/nld@2025‑02‑26;13054171

Toelichting

2 Onderbouwing besluit

Het ontwerp PWA heeft van 23 mei 2024 tot en met 17 juli 2024 ter inzage gelegen met de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Tijdens de periode van terinzagelegging zijn meer dan 2000 zienswijzen ontvangen. Alle zienswijzen zijn tijdig ingediend en dus ontvankelijk. De zienswijzen zijn betrokken bij de besluitvorming en beantwoord in de Nota van beantwoording (ziebijlage 4).

Daarbij is tevens aangegeven of de zienswijzen aanleiding tot wijziging hebben gegeven.In het algemeen volgde uit de zienswijzen een voorkeur voor het Havengebied voor de plaatsing van windturbines en een grote weerstand tegen de plaatsing van windturbines in het gebied Oeverrand Gaasperplas. Naar aanleiding van de zienswijzen is voorgesteld het Programma Windenergie Amsterdam 2030 gewijzigd vast te stellen. 

Volgens de Verordening op de Stadsdelen en het Stadsgebied Weesp zijn de stadsdelen in de voorbereiding gevraagd om advies te geven over het ontwerp PWA. De stadsdelen Zuidoost, Oost, Noord, Nieuw-West en het stadsgebied Weesp hebben advies uitgebracht. De stadsdelen zien de noodzaak voor het ontwikkelen van windturbines op land en maakten zich ook zorgen over de gezondheid van bewoners en de mogelijke overlast van windturbines voor recreanten. (Mede) naar aanleiding van de adviezen van het stadsdeel Zuidoost en het stadsgebied Weesp is  gekozen om  het zoekgebied Oeverrand Gaasperplas niet aan te wijzen als gebied voor het plaatsen van windturbines. De adviezen van de stadsdelen en het stadsgebied Weesp zijn zoals onderbouwd in de Nota van Beantwoording Programma Windenergie Amsterdam 2030 overgenomen (zie bijlage 4). De adviezen hebben geleid tot wijzigingen in het Programma Windenergie Amsterdam 2030.

Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 11 december 2024 is een aantal wensen en bedenkingen naar voren gebracht. Belangrijke wensen zijn:

  • a.

    zoveel mogelijk windturbines in de Haven te realiseren;

  • b.

    duidelijkheid geven voor Amsterdammers over waar windturbines mogen komen en waar niet door jaarlijkse monitoring en beslismoment;

De wensen en bedenkingen zijn betrokken en overgenomen bij de besluitvorming en hebben niet niet geleid tot wijzigingen in het PWA

Het college streeft ernaar om zoveel mogelijk windturbines in het havengebied te realiseren. In het PWA is daarom vastgelegd dat er geen besluiten met onomkeerbare gevolgen worden genomen in de gebieden aan de zuidoostkant van de stad, totdat er meer duidelijkheid is over de ontwikkelingen in de andere aangewezen gebieden in Amsterdam. 

De klimaatcrisis vraagt tegelijkertijd om urgentie en het behalen van de gestelde doelen in 2030. Het college benadrukt daarom dat in álle aangewezen gebieden vanaf heden (door)gewerkt wordt aan voorbereidingen op de benodigde ruimtelijke procedures. 

Gegeven de benodigde voorbereidingstijd voor de realisatie van windturbines, acht het college het noodzakelijk om uiterlijk eind 2026 een principebesluit te nemen over windenergie in Zuidoost. Dit is essentieel om de RES-doelstelling van 2030 haalbaar te houden. Er wordt naar gestreefd deze duidelijkheid zo snel mogelijk te bieden. Als de benodigde inzichten sneller beschikbaar zijn, zal dit besluit eerder worden genomen. 

Het college erkent het belang van duidelijkheid voor Amsterdammers over waar windturbines mogen komen en waar niet. Het college monitort daarom jaarlijks de voortgang in de aangewezen gebieden en Noorder IJ-plas en rapporteert hierover aan de gemeenteraad. Op basis van deze monitoring wordt bepaald of en wanneer onomkeerbare besluiten over andere gebieden noodzakelijk zijn. 

Het Programma Windenergie Amsterdam 2030 is gewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp zoals dat ter inzage heeft gelegen.  De wijzigingen zijn opgenomen in de bijlage Nota van wijziging (zie bijlage 10), met als belangrijkste wijzigingen: 

  • a.

    Het vervallen van het gebied Oeverrand Gaasperplas;

  • b.

    Geen besluiten nemen met onomkeerbare gevolgen totdat meer duidelijkheid bestaat over de mogelijkheden in het Havengebied en Noorder-IJplas

De belangrijkste punten uit het PWA zijn de volgende:

  • a.

    gebieden opgenomen Havengebied (buiten de RingA10), Knooppunt Holendrecht, Weesperkarspel en Diemerscheg voor het het nemen van initiatief door de gemeente in de gebieden en het voeren van regie om samen met de relevante partijen de verkenningsfase te starten conform hoofdstuk 3 in het Programma.

  • b.

    de aanwijzing van het Havengebied ten westen van de ring A10 als versnellingsgebied in de zin van REDIII voor de grootschalige opwek van windenergie, onder de voorwaarde dat geen strijd ontstaat met de landelijke wetgeving en inventarisatie van mogelijke andere versnellingsgebieden;

  • c.

    Het verder invulling geven aan publiek-civiele samenwerking en te werken aan instrumenten om de energiegemeenschappen en initiatieven structureel te ondersteunen. 

  • d.

    Naar aanleiding van het advies van het stadsdeel Zuidoost, het stadsgebied Weesp en de zienswijzen, is het gebied Oeverrand Gaasperplas vervallen en worden geen besluiten met onomkeerbare gevolgen genomen in andere gebieden dan het Havengebied voordat duidelijkheid bestaat over de mogelijkheden in het Havengebied en Noorder-IJplas

Met het besluit “het vaststellen van het Programma Windenergie Amsterdam 2030” worden de zoekgebieden in de RES 1.0 aangepast. In 2024 zijn de zoekgebieden in de RES regio Noord Holland-Zuid herijkt door gemeenten. De Herijking moet door GS nog besloten worden. In 2025 is de verwachting dat dit in de provinciale omgevingsverordening aangepast wordt en het besluit met de Amsterdamse zoekgebieden ook daarin meegenomen kan worden. 

1 Korte toelichting op de inhoud van het Programma Windenergie Amsterdam 2030

Hoofdstuk 1  

Het Programma Windenergie Amsterdam 2030 (PWA) is een programma in het kader van de Omgevingswet, het is een thematische uitwerking van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 en van de RES1.0. Het programma beschrijft hoe uitvoering wordt gegeven aan de gemeentelijke doelstelling voor de opwek van duurzame energie door middel van windturbines. Die doelstelling is 127 Megawatt (MW) opgesteld vermogen windenergie op land in 2030.  

Het PWA heeft drie doelen:  

• het college legt in dit programma verantwoording af over hóe het denkt de doelstelling voor wind te realiseren;  

• het programma informeert bewoners en anderen;  

• het programma beschrijft aan welke voorwaarden een windenergie initiatief moet voldoen.  

Het PWA is geschreven in de context van regionale-, nationale-, en internationale afspraken over het terugbrengen van de CO2-uitstoot. De doelen uit deze context zijn door Amsterdam vertaald naar de Routekaart Amsterdam Klimaatneutraal 2050 en de Omgevingsvisie Amsterdam 2050. Het PWA biedt kaders op stedelijke schaal voor de uitvoering in concrete windenergieprojecten. In die windprojecten is altijd nader onderzoek op projectniveau nodig.  

Tijdens het maken van het PWA heeft er op verschillende momenten en met verschillende groepen (onder andere bewoners, Stadsdelen, Port of Amsterdam) afstemming plaatsgevonden over de inhoud. Dit is in lijn met het participatiebeleid en de inspraakverordening (straks ‘participatieverordening’) van de gemeente Amsterdam. Daarnaast zijn de wettelijke momenten en eisen voor inspraak gevolgd (periodes voor tervisielegging). De Stedelijke Adviesgroep RES Amsterdam (SARA) had een bijzondere rol. Deze groep, in het leven geroepen naar aanleiding van de ‘reflectiefase’ heeft vanuit verschillende perspectieven gevraagd en ongevraagd advies uitgebracht op tussenproducten.  

Hoofdstuk 2  

Dit hoofdstuk beschrijft de gebieden waarin het college onder voorwaarden positief staat tegenover plaatsing van één of meer windturbines. Windturbines hebben effecten op het milieu. Voor het PWA is door een extern bureau een Milieueffectrapportage (plan-MER) uitgevoerd. Deze heeft voor alle windzoekgebieden uit de RES1.0 bekeken wat de milieueffecten zijn (bijvoorbeeld op gezondheid, natuur, landschap en cultureel erfgoed), met als doel deze gebieden onderling te kunnen vergelijken.  

Uit het plan-MER blijkt dat er in theorie voldoende potentie is om binnen de gemeentegrenzen te voldoen aan de ambitie om in 2030 127 MW opgesteld vermogen te realiseren. Op basis van de kwalitatieve beschouwing in het planMER blijkt verder dat in enkele zoekgebieden optimalisaties in de opstellingen van het onderzochte basisalternatief mogelijk zijn om het effect op een bepaald milieuthema (sterk) te verminderen.  

De informatie uit het plan-MER is input voor de afweging die het college heeft gemaakt tussen de verschillende zoekgebieden. Bij die afweging heeft het college invulling gegeven aan het coalitieakkoord (“het potentieel aan windenergie in Amsterdam benutten zonder dat hierdoor onaanvaardbare gezondheidsrisico’s ontstaan of de natuur te veel wordt belast”). Voor geluid wordt hierbij 45dB Lden op gevoelige objecten als grens gehanteerd (d.w.z. zoekgebieden die resulteren in meer dan 45dB Lden op gevoelige objecten (waaronder woningen, onderwijs- en zorginstellingen) vallen af, en valt het zoekgebied in het Natura2000-beschermingsregime af. Van de overige milieuaspecten (zoals landschap) en andere overwegingen (zoals sociale aspecten) is per gebied gekeken of er op voorhand geen onaanvaardbare situaties ontstaan.  

Op basis van bovenstaande afweging is voor elk zoekgebied onderbouwd waarom het wel of niet wordt aangewezen als gebied voor windenergie in dit PWA. In het PWA zijn vier gebieden aangewezen, namelijk: de Haven (buiten de ring A10), knooppunt Holendrecht, Weesperkarspel en de Diemerscheg. De overige zoekgebieden uit de RES1.0 vallen af. De overige zoekgebieden uit de RES1.0 vallen af. 

In beginsel heeft de Haven de voorkeur voor het plaatsen van windturbines. Om die reden is de Haven aangemeld voor aanwijzing als versnellingsgebied in de zin van de Renewable Energy Directive III (REDIII).

Hoofdstuk 3  

Hoofdstuk 3 beschrijft het proces van het realiseren en in bedrijf nemen van een windturbine. Dit proces is complex en meerjarig. Het proces is maatwerk per project. De fasen worden beschreven, waarbij er wordt ingegaan op de rol van de gemeente.  

Hoofdstuk 4  

De gemeente vraagt in de verschillende fasen van een windinitiatief extra inspanning van de initiatiefnemer met betrekking tot de fysieke leefomgeving, ecologie, landschap, participatie en communicatie. Hoofdstuk vier beschrijft deze richtlijnen, die gelden náást de eisen die gesteld worden in wet- en regelgeving. In hoeverre deze richtlijnen geëist kunnen worden, hangt overigens af van de vraag of de gemeente grondeigenaar is en/of het college bevoegd gezag voor de vergunning is. 

Naar boven