Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2021, 34775 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatscourant 2021, 34775 | Besluiten van algemene strekking |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gelet op de artikelen 2.20, eerste en tweede lid, en 2.21a, eerste lid, van de Omgevingswet;
BESLUIT:
De Omgevingsregeling wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.2 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De geometrische begrenzing van de oppervlaktewaterlichamen, bedoeld in bijlage II, onder 1, bij het Omgevingsbesluit, is vastgelegd in bijlage III.
De geometrische begrenzing van de oppervlaktewaterlichamen, bedoeld in bijlage II, onder 1, bij het Omgevingsbesluit, waarvan het beheer van de waterkwaliteit bij het Rijk berust, is vastgelegd in bijlage III.
De geometrische begrenzing van de oppervlaktewaterlichamen, bedoeld in bijlage II, onder 1, bij het Omgevingsbesluit, waarvan het beheer van de waterkwantiteit bij het Rijk berust, is vastgelegd in bijlage III.
De geometrische begrenzing van de oppervlaktewaterlichamen, bedoeld in bijlage II, onder 1, bij het Omgevingsbesluit, waarvan het waterstaatkundig beheer bij het Rijk berust, is vastgelegd in bijlage III.
B
Artikel 2.4 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Gereserveerd]
De geometrische begrenzing van de waterkeringen, bedoeld in bijlage II, onder 2, bij het Omgevingsbesluit, is vastgelegd in bijlage III.
C
Artikel 2.13 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beperkingengebieden met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk dat geen kanaal is, bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
D
Artikel 2.15 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De geometrischebeperkingengebieden begrenzing vanmet betrekking de vaarwegen, bedoeld intot een vaarweg in beheer bij het Rijk artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onder d, onder 1° en 2°, en onder f, onder 2°,
van het Besluit activiteiten leefomgeving,zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
E
Artikel 2.16 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beperkingengebieden met betrekking tot een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk dat geen kanaal is, voor zover het gaat om het permanent afmeren van een woonschip of een ander drijvend werk, bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onder e, van het Besluit activiteiten
leefomgeving, zijnzijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgesteld in bijlage III
en gelijk is aan de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgesteld in bijlage IIIgeometrische begrenzing van het stroomvoerend deel van het rivierbed van de grote
rivieren, bedoeld in artikel 2.8, tweede lid.
F
Artikel 2.17 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beperkingengebieden met betrekking tot waterkeringen in beheer bij het Rijk, bedoeld in artikel 6.18 van het Besluit activiteiten leefomgeving, zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
G
Artikel 2.18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Het beperkingengebied met betrekking tot de Noordzee, bedoeld in de artikelen 7.16, eerste lid, 7.17, eerste lid, 7.26, eerste lid, en
7.33 van het Besluit activiteiten leefomgeving, is de locatie waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
H
Artikel 2.19 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn van de Noordzee, bedoeld in artikel 7.17, tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, is de locatie waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
Het beperkingengebied met betrekking tot de Noordzee buiten de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn is de locatie waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
De beperkingengebieden met betrekking tot de Noordzee in de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
I
Artikel 2.20 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beperkingengebieden met betrekking tot andere installaties dan mijnbouwinstallaties in de Noordzee, bedoeld in artikel 7.47, tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
J
Artikel 2.29 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beperkingengebieden met betrekking tot wegen in beheer bij het Rijk, bedoeld in artikel 2.21a, eerste lid, aanhef en onder a, van de wet, zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
De delen van beperkingengebieden met betrekking tot wegen in beheer bij het Rijk die horen bij een verzorgingsplaats als bedoeld in artikel 8.16, tweede lid, onder c, van het Besluit activiteiten leefomgeving,
zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
K
Artikel 2.30 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De beperkingengebieden met betrekking tot hoofdspoorwegen, bedoeld in artikel 2.21a, eerste lid, aanhef en onder c, van de wet, zijn de locaties waarvan de geometrische begrenzing is vastgelegd in bijlage III.
De geometrische begrenzing van de kernzones van beperkingengebieden met betrekking tot een hoofdspoorweg als bedoeld in artikel 9.31, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving is vastgelegd in bijlage III.
De geometrische begrenzing van de overwegzones van beperkingengebieden met betrekking tot een hoofdspoorweg als bedoeld in artikel 9.31, onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving is vastgelegd in bijlage III.
De geometrische begrenzing van de beschermingszones van beperkingengebieden met betrekking tot een hoofdspoorweg als bedoeld in artikel 9.31, onder c, onder 1° en 2°, van het Besluit activiteiten
leefomgeving is vastgelegd in bijlage III.
L
Bijlage III wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
LEGENDA: Artikel |
Noemer |
Indicatief/exact |
|
GIO-id1 |
|
2.2, eerste lid |
De geometrische begrenzing van de oppervlaktewaterlichamen in het beheer van het Rijk |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2021/or_oppervlaktewaterlichamen/nld@2021‑07‑01 |
|
2.2, |
Geometrische begrenzing oppervlaktewaterlichamen beheer van de waterkwaliteit |
Exact |
|
|
|
2.2, |
Geometrische begrenzing oppervlaktewaterlichamen beheer van de waterkwantiteit |
Exact |
|
|
|
2.2, |
Geometrische begrenzing oppervlaktewaterlichamen waterstaatkundig beheer |
Exact |
|
|
|
2.3, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing waterstaatskundig beheer rijkswateren niet tot het Rijk behorende openbare lichamen |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_rijkswater_niet_beheerRijk/nld@2020‑10‑01 |
|
2.3, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing waterstaatkundig beheer rijkswateren voor het voorkomen van schade door muskus- en beverratten |
Exact |
|
2.4 |
Geometrische begrenzing primaire waterkeringen en andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk |
|
|
|
|
2.7 |
Geometrische begrenzing kustfundament |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_kustfundament/nld@2020‑10‑01 |
|
2.8, eerste lid |
Geometrische begrenzing rivierbed grote rivieren |
Exact |
|
|
|
2.8, tweede lid |
Geometrische begrenzing stroomvoerend deel rivierbed grote rivieren |
Exact |
|
|
|
2.8, derde lid |
Geometrische begrenzing bergend deel rivierbed grote rivieren |
Exact |
|
|
|
2.9, eerste lid |
Geometrische begrenzing reserveringsgebieden voor de lange termijn Rijntakken |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_reservering_rijntakken/nld@2020‑10‑01 |
|
2.9, tweede lid |
Geometrische begrenzing reserveringsgebieden voor de lange termijn Maas |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_reservering_maas/nld@2020‑10‑01 |
|
2.10 |
Geometrische begrenzing van het IJsselmeergebied |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_ijsselmeergebied/nld@2020‑10‑01 |
|
2.11, eerste lid |
Geometrische begrenzing van de PKB-Waddenzee |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_pkb_waddenzee/nld@2020‑10‑01 |
|
2.11, tweede lid |
Geometrische begrenzing van het Waddengebied |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_waddengebied/nld@2020‑10‑01 |
|
2.12 |
Geometrische begrenzing vrijwaringsgebieden rijksvaarwegen |
Exact |
|
|
|
2.13 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk, niet zijnde kanalen |
Exact |
|
|
|
2.14 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden kanalen in beheer bij het Rijk |
Exact |
|
|
|
2.15 |
Geometrische begrenzing beperkingengebieden vaarwegen in beheer bij het Rijk |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_beperkingengebied_vaarwegen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.16 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk afmeren woonschip of ander drijvend werk |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_rivierbed_stroomvoerend_deel |
|
2.17 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden waterkeringen in beheer bij het Rijk |
Exact |
|
|
|
2.18 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebied Noordzee |
Exact |
|
|
|
2.19, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebied Noordzee - buiten de zone tussen de duinvoet en laagwaterlijn |
Indicatief |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_beperkingengebied_Noordzee_vanaf_laagwaterlijn/nld@2021‑07‑01 |
|
2.19, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebied Noordzee - zone tussen duinvoet en laagwaterlijn |
Indicatief |
|
|
|
2.20 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden installaties in de Noordzee |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_beperkingengebied_nz_installaties_nietmijnbouw/nld@2020‑10‑01 |
|
2.21 |
Aanwijzing en geometrische begrenzing gebied zeewaarts van de doorgaande NAP-min 20 meterdieptelijn |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_zeewaarts_gebied/nld@2020‑10‑01 |
|
2.22, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing in verband met mijnbouwlocatieactiviteiten, oefen- en schietgebieden |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_mijnbouwlocatieactiviteiten_NZ_oefen_schietgebieden/nld@2020‑10‑01 |
|
2.22, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing in verband met mijnbouwlocatieactiviteiten, drukbevaren delen van de zee |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_mijnbouwlocatieactiviteiten_NZ_drukbevaren_delen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.22, derde lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing in verband met mijnbouwlocatieactiviteiten, aanloopgebieden |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_mijnbouwlocatieactiviteiten_NZ_aanloopgebieden/nld@2020‑10‑01 |
|
2.22, vierde lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing in verband met mijnbouwlocatieactiviteiten, ankergebieden in de buurt van aanloophavens |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_mijnbouwlocatieactiviteiten_NZ_ankergebieden/nld@2020‑10‑01 |
|
2.26, eerste lid |
Geometrische begrenzing civiele explosieaandachtsgebieden A |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_civiele_explosieaandachtsgebieden_zoneA/nld@2020‑10‑01 |
|
2.26, tweede lid |
Geometrische begrenzing civiele explosieaandachtsgebieden B |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_civiele_explosieaandachtsgebieden_zoneB/nld@2020‑10‑01 |
|
2.26, derde lid |
Geometrische begrenzing civiele explosieaandachtsgebieden C |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_civiele_explosieaandachtsgebieden_zoneC/nld@2020‑10‑01 |
|
2.26, vierde lid |
Geometrische begrenzing civiele opslagplaatsen |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_civiele_opslagplaatsen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.27, eerste lid |
Geometrische begrenzing militaire explosieaandachtsgebieden A |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_militaire_explosieaandachtsgebieden_zoneA/nld@2020‑10‑01 |
|
2.27, tweede lid |
Geometrische begrenzing militaire explosieaandachtsgebieden B |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_militaire_explosieaandachtsgebieden_zoneB/nld@2020‑10‑01 |
|
2.27, derde lid |
Geometrische begrenzing militaire explosieaandachtsgebieden C |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_militaire_explosieaandachtsgebieden_zoneC/nld@2020‑10‑01 |
|
2.28, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing reserveringsgebieden voor de uitbreiding van een autoweg of autosnelweg |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_reserveringsgebieden_uitbreiding_hoofdwegen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.28, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing reserveringsgebieden voor de aanleg van een autoweg of autosnelweg |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_reserveringsgebieden_nieuwe_autowegen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.28, derde lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing reserveringsgebieden voor de aanleg van een hoofdspoorweg |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_reserveringsgebieden_nieuwe_hoofdspoorwegen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.29, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden wegen in beheer bij het Rijk |
Exact |
|
|
|
2.29, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden wegen in beheer bij het Rijk die horen bij een verzorgingsplaats |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_beperkingengebied_wegen_rijk_verzorgingsplaatsen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.30, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden hoofdspoorwegen |
Exact |
|
|
|
2.30, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing kernzones van beperkingengebieden hoofdspoorwegen |
Exact |
|
|
|
2.30, derde lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing overwegzones van beperkingengebieden hoofdspoorwegen |
Exact |
|
|
|
2.30, vierde lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing beschermingszones van beperkingengebieden hoofdspoorwegen |
Exact |
|
|
|
2.31, eerste lid |
Geometrische begrenzing gebieden waar bouwwerken apparatuur van luchthavens kunnen verstoren |
Exact |
|
2.31, tweede lid |
Geometrische begrenzing maximaal toelaatbare hoogte voor bouwwerken buiten beperkingengebieden luchthavens |
Exact |
|
2,31, derde lid |
Geometrische begrenzing maximaal toelaatbare hoogte voor windturbines buiten beperkingengebieden luchthavens |
Exact |
|
2.31, vierde lid |
Geometrische begrenzing gebieden waar bouwwerken het civiele radarbeeld kunnen verstoren |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_defensie_radarverstoringsgebied_bouwwerken/nld@2020‑10‑01 |
|
2.31, vijfde lid |
Geometrische begrenzing van gebieden waar windturbines het civiele radarbeeld kunnen verstoren |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_defensie_radarverstoringsgebied_windturbines/nld@2020‑10‑01 |
|
2.32, eerste lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing reserveringsgebieden buisleidingen van nationaal belang |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_buisleidingen_reserveringsgebieden/nld@2020‑10‑01 |
|
2.32, tweede lid |
Aanwijzing en geometrische begrenzing zoekgebieden buisleidingen van nationaal belang |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_buisleidingen_zoekgebieden/nld@2020‑10‑01 |
|
2.33, eerste lid |
Geometrische begrenzing aanleggebied Maasvlakte 2 |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_PMR_landaanwinningsgebied_Maasvlakte2/nld@2020‑10‑01 |
|
2.33, tweede lid |
Geometrische begrenzing aanleggebied compensatie van open droog duin en natte duinvallei |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_PMR_compensatie_opendroog_duin/nld@2020‑10‑01 |
|
2.33, derde lid |
Geometrische begrenzing aanleggebied compensatie van zeenatuur |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_PMR_compensatie_verlies_zeenatuur/nld@2020‑10‑01 |
|
2.34, eerste lid |
Geometrische begrenzing openbaar toegankelijk natuur- en recreatiegebied Midden-IJsselmonde |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_PMR_natuur_recreatie_IJsselmonde/nld@2020‑10‑01 |
|
2.34, tweede lid |
Geometrische begrenzing openbaar toegankelijk natuur- en recreatiegebied Schiebroekse en Zuidpolder |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_PMR_natuur_recreatie_Schiebroek_Zuidpolder/nld@2020‑10‑01 |
|
2.34, derde lid |
Geometrische begrenzing openbaar toegankelijk natuur- en recreatiegebied Schiezone |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_PMR_natuur_recreatie_Schiezone/nld@2020‑10‑01 |
|
2.35 |
Geometrische begrenzing reserveringsgebied parallelle Kaagbaan |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_reserveringsgebied_parallelle_Kaagbaan/nld@2020‑10‑01 |
|
2.36, eerste lid |
Geometrische begrenzing locaties voor grootschalige elektriciteitsopwekking |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_elektriciteit_locaties_grootschalige_opwekking/nld@2020‑10‑01 |
|
2.36, tweede lid |
Geometrische begrenzing locaties voor een kernenergiecentrale |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_elektriciteit_vestigingsplaats_kernenergie/nld@2020‑10‑01 |
|
2.36, derde lid |
Geometrische begrenzing locaties voor het gebied binnen een straal van één km rondom een kernenergiecentrale |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_elektriciteit_waarborgzones_kernenergie/nld@2020‑10‑01 |
|
2.36, vierde lid |
Geometrische begrenzing locaties voor een hoogspanningsverbinding met een spanning van ten minste 220 kV |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_elektriciteit_hoogspanningsverbindingen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.37 |
Geometrische begrenzing uitgezonderde locaties niet in betekenende mate luchtkwaliteit |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_uitgezonderde_locaties_luchtkwaliteit/nld@2020‑10‑01 |
|
2.41, eerste lid |
Geometrische begrenzing militaire terreinen en terreinen met een militair object |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_defensie_terreinen_objecten/nld@2020‑10‑01 |
|
2.41, tweede lid |
Geometrische begrenzing van de onveilige gebieden bij militaire schietbanen |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_defensie_terreinen_schietbanen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.41, derde lid |
Geometrische begrenzing van de gebieden waar bouwwerken een militaire zend- en ontvangstinstallatie kunnen verstoren |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_defensie_verstoring_zend_ontvangstinstallaties/nld@2020‑10‑01 |
|
2.41, vierde lid |
Geometrische begrenzing van gebieden waar zich een militaire laagvliegroute bevindt |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_defensie_laagvliegroutes_transportvliegtuigen/nld@2020‑10‑01 |
|
2.41, vijfde lid |
Geometrische begrenzing van gebieden waar bouwwerken het militaire radarbeeld kunnen verstoren |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_defensie_radarverstoringsgebied_bouwwerken/nld@2020‑10‑01 |
|
2.41, zesde lid |
Geometrische begrenzing van gebieden waar windturbines het militaire radarbeeld kunnen verstoren |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_defensie_radarverstoringsgebied_windturbines/nld@2020‑10‑01 |
|
2.42, eerste lid |
Geometrische begrenzing van de Droogmakerij de Beemster |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_werelderfgoed_Beemster/nld@2020‑10‑01 |
|
2.42, tweede lid |
Geometrische begrenzing van de Stelling van Amsterdam |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_werelderfgoed_Stelling_van_Amsterdam/nld@2020‑10‑01 |
|
2.42, derde lid |
Geometrische begrenzing van de Nieuwe Hollandse Waterlinie |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_werelderfgoed_Nieuwe_Hollandse_Waterlinie/nld@2020‑10‑01 |
|
2.42, vierde lid |
Geometrische begrenzing van de Romeinse Limes |
Indicatief |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2019/or_werelderfgoed_Romeinse_Limes/nld@2020‑10‑01 |
|
2.42, vijfde lid |
Geometrische begrenzing van de Koloniën van Weldadigheid |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/or_werelderfgoed_Kolonien_van_Weldadigheid/nld@2020‑10‑01 |
|
2.43, eerste lid |
Geometrische begrenzing herkomstgebieden mijnsteen en vermengde mijnsteen |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/OrBodemMijnsteenHerkomstgebieden/nld@2020‑12‑01 |
|
2.43, tweede lid |
Geometrische begrenzing toepassingsgebieden mijnsteen en vermengde mijnsteen |
Exact |
|
/join/id/regdata/mnre1034/2020/OrBodemMijnsteenToepassingsgebieden/nld@2020‑12‑01 |
|
|
De aanwijzing en begrenzing van de locaties in hoofdstuk 2 van de Omgevingsregeling is van belang voor de toepassing van de Omgevingswet. Een aantal bepalingen over de geometrische begrenzingen is door de Invoeringsregeling Omgevingswet (Stcrt. 2020, nr. 64380) toegevoegd of aangepast, artikel 2.4 was gereserveerd.
Met deze wijzigingsregeling (IenW) van de Omgevingsregeling worden waar nodig geometrische begrenzingen geactualiseerd, verbeterd of aangevuld. Deze wijzigingsregeling bevat de wijzigingen ten opzichte van de Omgevingsregeling, zoals gewijzigd door de Invoeringsregeling Omgevingswet.
Het gaat hierbij zowel om locaties waar regels gelden voor activiteiten zoals een zorgplicht, meldingsplicht of vergunningplicht, als om locaties die van belang zijn voor de toepassing van instructieregels voor andere overheden.
Ook zijn de thans in Bijlage III, behorend bij artikel 2.2, eerste lid, de beheergebieden oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk geometrisch begrensd waardoor de grenzen tussen die oppervlaktewaterlichamen zichtbaar zijn geworden.
Voor primaire waterkeringen en andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk die in de Omgevingsregeling worden aangewezen, is in Bijlage III, behorend bij artikel 2.4, het beheergebied geometrisch begrensd.
In de Omgevingsregeling zoals gewijzigd door de Invoeringsregeling Omgevingswet zijn in Bijlage III de begrenzingen opgenomen van locaties waar het Rijk beheerder is en specifieke regels heeft gesteld in de Omgevingswet, de bijbehorende algemene maatregelen van bestuur of de Omgevingsregeling zelf.
Met deze wijzigingsregeling wordt een aantal inhoudelijke aanpassingen gedaan in de volgende gebieden:
beheergebieden oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen in beheer bij het Rijk (artikelen 2.2. en 2.4)
begrenzing van het rivierbed, stroomvoerend en bergend deel van de grote rivieren (artikel 2.8)
vrijwaringsgebied rijksvaarwegen (artikel 2.12)
begrenzing beperkingengebieden oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk, niet zijnde kanalen (artikel 2.13)
aanwijzing en geometrische begrenzing beperkingengebieden met betrekking tot kanalen in beheer bij het Rijk (2.14)
beperkingengebieden waterkeringen in beheer bij het Rijk (artikel 2.17)
beperkingengebied Noordzee inclusief de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn (artikel 2.18)
beperkingengebied Noordzee buiten de zone tussen duinvoet en laagwaterlijn (artikel 2.19, eerste lid)
beperkingengebieden Noordzee in de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn (artikel 2.19, tweede lid)
beperkingengebieden wegen in beheer bij het Rijk (artikel 2.29)
beperkingengebieden hoofdspoorwegen (artikel 2.30)
Met deze wijzigingsregeling zijn in de artikelen 2.13 tot en met 2.20, artikel 2.29, tweede lid, en artikel 2.30, tweede, derde en vierde lid, van de Omgevingsregeling de verwijzingen naar vergunningplichten van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) weggehaald. Een beperkingengebied is een bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object (definitie uit de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet).
Dat is dus niet alleen het gebied waar een vergunningplicht geldt, maar ook waar de specifieke zorgplichten of algemene regels met meldings- of informatieplichten gelden. In de bedoelde artikelen waren aanvankelijk verwijzingen opgenomen naar artikelen uit het Bal die een vergunningplicht bevatten. Voor verwijzing naar de vergunningplicht was gekozen omdat dit de eerste bepaling in het Bal is waarin het betrokken gebied wordt genoemd. Van vermelding van alle artikelen waarvoor de gebieden relevant zijn is afgezien, onder meer omdat dit zou leiden tot lange opsommingen die de leesbaarheid aantasten. Om te beperkte lezing van deze artikelen uit hoofdstuk 2 van de Omgevingsregeling te voorkomen, zijn de verwijzingen naar de vergunningplicht geschrapt. Bovendien zijn de verwijzingen naar het Bal niet nodig voor de vaststelling van geometrische begrenzingen.
Omwille van de leesbaarheid is ervoor gekozen om de artikelen waarin zinsneden zijn weggehaald opnieuw vast te stellen. Dat betekent dat het tevens mogelijk is om zonder aparte wijzigingsopdracht bijlage III behorende bij die specifieke artikelen te wijzigen (zoals gebeurd is bij de artikelen 2.13 en 2.14).
Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.
Internetconsultatie heeft plaatsgevonden van 21 december 2020 tot en met 15 februari 2021. Reacties zijn ontvangen van de Unie van Waterschappen, het Havenbedrijf Rotterdam, een waterschap (domein water) en het Waterschap Noorderzijlvest (betreffende vrijwaringsgebieden rijksvaarwegen).
De Unie van Waterschappen doet suggesties voor de toekomst ten aanzien van:
de verschillen tussen de gepubliceerde kaarten in de Omgevingsregeling en de geometrie in het Nationaal Basisbestand Primaire Keringen (NBPK) op de website van het Waterveiligheidsportaal en uit de wens om gezamenlijk te bekijken of geometrie sneller kan worden aangepast.
de afwijkingen in de geometrie van objecten, omdat RWS de Basis Registratie Grootschalige Geometrie (BGT) nog niet toepast. Voorgesteld is om gezamenlijk te bezien waar beheergrenzen nu niet op elkaar aansluiten en daarop te acteren.
Deze suggesties hebben geen betrekking op de artikelen van deze wijzigingsregeling. Wel wordt hier gezamenlijk tussen ministerie en Unie van Waterschappen vervolg aan gegeven.
Het Havenbedrijf Rotterdam stelt vragen ten aanzien van het toevoegen van een deel van de Maasvlakte aan het beperkingengebied Noordzee.
Dit betreft een correctie waarmee de kaart in lijn is gebracht met artikel 3.4 van de voorheen geldende Waterregeling (zie afbeeldingen 3 en 4).
Daarnaast heeft het Havenbedrijf in een consultatiegesprek aangegeven dat een gedeelte van het spoor ten onrechte niet als hoofdspoor was aangemerkt. Dit bleek inderdaad niet correct weergegeven en is hersteld.
Een waterschap plaatst een aantal opmerkingen ten aanzien van:
Met de Unie van Waterschappen is afgesproken om voor alle waterschappen en RWS een extra analyse uit te voeren op het aansluiten van beheergrenzen en actuele correctheid.
Het Waterschap Noorderzijlvest plaatst opmerkingen over de vrijwaringszones van de rijksvaarwegen Eemskanaal en Van Starkenborghkanaal alsmede nieuw gerealiseerde bruggen. De inbreng van het waterschap ziet op locaties waar met deze wijzigingsregeling niets wordt gewijzigd t.o.v. de Invoeringsregeling.
Het klopt dat de begrenzingen van de vrijwaringszones bij de locaties die het waterschap noemt nu niet precies de vaarweg van het Rijk volgen. Omdat dit veel verwerking vergt in de achterliggende databestanden, zullen deze begrenzingen bij een volgende actualisatie worden aangepast.
In de nota naar aanleiding van de consultatiereacties, die op de website is opgenomen, is uitgebreid in gegaan op de binnengekomen opmerkingen.
Op grond van art. 2.20, eerste lid, van de Omgevingswet worden bij algemene maatregel van bestuur onder andere de oppervlaktewaterlichamen aangewezen die behoren tot de rijkswateren. Hieraan is invulling gegeven met artikel 3.1, eerste lid, van het Omgevingsbesluit in samenhang met onderdeel 1 van bijlage II bij het Omgevingsbesluit. Bijlage II bevat onder meer een opsomming van de oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk.
Op grond van art. 2.20, tweede lid, van de Omgevingswet worden bij ministeriële regeling de (onderdelen van) oppervlaktewaterlichamen die behoren tot de rijkswateren, geometrisch begrensd. Het tweede lid geeft daarmee opdracht tot het geometrisch begrenzen van elk van de in bijlage II bij het Omgevingsbesluit genoemde oppervlaktewaterlichamen.
In onderdeel A van de bijlage bij artikel 1.1 van de Omgevingswet is een definitie opgenomen van oppervlaktewaterlichaam: een samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna.
Dat samenhangende geheel kan grenzen aan de landbodem (daar waar de oever eindigt), maar ook aan andere oppervlaktewaterlichamen.
Artikel 2.2 van de Omgevingsregeling geeft onvoldoende invulling aan de wettelijke opdracht. De bij de bepaling horende bijlage III bevat slechts de geometrische begrenzingen van de drie verschillende beheergebieden betreffende het waterkwaliteits-, het waterkwantiteits- en het waterstaatkundig beheer. Daarmee is niet eenduidig vastgelegd wat de geometrische begrenzing is van elk van de in bijlage II bij het Omgevingsbesluit aangewezen oppervlaktewaterlichamen. Niet alleen is niet duidelijk waar precies de buitengrenzen van het geheel aan oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk liggen, ook ontbreekt de begrenzing tussen die oppervlaktewaterlichamen onderling, de zogenoemde ‘tussengrenzen’. Het is nodig dat exact duidelijk is hoe elk in bijlage II bij het Omgevingsbesluit genoemd oppervlaktewaterlichaam is begrensd. Met het invoegen van een aparte geometrische begrenzing van de afzonderlijke oppervlaktewaterlichamen in bijlage III (Omgevingsregeling) wordt volledig tegemoetgekomen aan de opdracht van art. 2.20, tweede lid, van de Omgevingswet.
Deze buitengrens van geometrische begrenzing wordt dan per oppervlaktewaterlichaam gevormd door de meest ruime buitengrens van de drie reeds begrensde beheergebieden, gecombineerd met de tussengrenzen, daar waar een oppervlaktewaterlichaam grenst aan een ander oppervlaktewaterlichaam genoemd in bijlage II bij het Omgevingsbesluit.
De reeds geometrisch begrensde beheergebieden betreffende het waterkwaliteits-, het waterkwantiteits- en het waterstaatkundig beheer in bijlage III, behorend bij artikel 2.2 van de Omgevingsregeling, vormen als het ware deelverzamelingen van de geometrische begrenzingen van oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk. Elk van deze buitengrenzen per beheergebied valt immers binnen of samen met de buitengrenzen van een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk. Daarmee wordt inzichtelijk in welke delen van de op de nieuwe kaart begrensde oppervlaktewaterlichamen het Rijk een van de drie beheervormen heeft.
De geometrische begrenzing van oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk maakt bovendien inzichtelijk waar bepaalde locatiespecifieke regels gelden. Gedacht kan hier worden aan de regels uit de Beleidsregels grote rivieren, aan de regels uit de Beleidsregel watervergunningverlening waterkrachtcentrales in rijkswateren en aan de regels die voortvloeien uit het Tijdelijk handelingskader voor hergebruik van PFAS-houdende grond en baggerspecie.
Als oppervlaktewaterlichamen in beheer niet geometrisch zijn begrensd, is niet duidelijk waar die regels gelden.
Tevens worden de geometrische begrenzingen van oppervlaktewaterlichamen op grond van art 2.2 in overeenstemming gebracht met de voorheen geldende Waterregeling, zoals gewijzigd op 1 januari 2021 (Stcrt. 2020, nr. 62702).
Artikel 2.4 was gereserveerd voor de geometrische begrenzing primaire waterkeringen en andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk.
In artikel 2.20, tweede lid, van de Omgevingswet (gewijzigd door de Invoeringswet Omgevingswet) is een grondslag opgenomen om bij ministeriële regeling oppervlaktewaterlichamen of onderdelen daarvan die in beheer zijn bij het Rijk, geometrisch te begrenzen. In de toelichting bij het artikel is aangegeven dat er geen behoefte is aan een geometrische begrenzing van waterkeringen in beheer bij het Rijk. Bij nader inzien blijkt die behoefte er toch te zijn. In de huidige provinciale regelingen voor de waterschappen wordt ervan uitgegaan dat een waterschap het beheer heeft over de waterstaatswerken in zijn beheergebied, tenzij een ander overheidslichaam (bijvoorbeeld het Rijk) met het beheer is belast. Het ligt in de verwachting dat in de toekomstige provinciale omgevingsverordeningen dezelfde lijn zal worden aangehouden. Een geometrische begrenzing van de waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk is wenselijk, zodat er geen misverstand kan ontstaan welke waterkeringen in beheer zijn bij het Rijk en welke in beheer zijn bij waterschappen. Om die reden wordt, met artikel IVa van de Verzamelwet IenW 2019 (Stb. 2020, 455) artikel 2.20, tweede lid, van de Omgevingswet zo aangepast dat ook de waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk geometrisch worden begrensd. In artikel 2.4 van deze wijzigingsregeling wordt aan het gewijzigde tweede van artikel 2.20 Omgevingswet invulling gegeven.
De begrenzing behorende bij artikel 2.8, tweede lid, van de Omgevingsregeling is in overeenstemming gebracht met het (voorheen geldende) Waterbesluit zoals in werking getreden op 1 oktober 2020 (Stb. 2020, 315 en 350).
Met deze wijzigingsregeling wordt de geometrische begrenzing van de vrijwaringsgebieden rijksvaarwegen bij de havens van Marken, Den Helder en Texel gecorrigeerd. Voor de veerhavens in Den Helder en het Horntje op Texel geldt het uitgangspunt van het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening van een vrijwaringsgebied van 50 meter binnen 300 meter van een havenuitgang of vaarwegsplitsing. Deze waren in de eerdere versie nog niet correct ingetekend.
Er is ter plaatse sprake van hoogfrequent scheepvaartverkeer dat een zeehaventoegang kruist. Beperking van zichtlijnen en/of zichtbaarheid van scheepvaarttekens en -bakens heeft direct effect op de veilige afwikkeling van het scheepvaartverkeer.
In artikel 2.15 zijn twee wijzigingen doorgevoerd. In de Omgevingsregeling als aangepast door de Invoeringsregeling werd gesproken over de geometrische begrenzing van de vaarwegen. Het gaat echter om, zoals ook aangegeven is in de inhoudsduiding om de geometrische begrenzing van de beperkingengebieden. Dat is het immers onderwerp van alle artikelen uit paragraaf 2.2.9 (Beperkingengebieden waterstaatswerken in beheer bij het Rijk). Daarnaast is in dit artikel ook de verwijzing naar de vergunningplicht (Bal) eruit gehaald. Zie daarover het algemeen deel van de toelichting.
Met de wijziging van het artikel wordt duidelijk gemaakt dat voor de geometrische begrenzing wordt aangesloten bij de gebieden in artikel 2.8, tweede lid.
De geometrische begrenzing van de beperkingengebieden betreffende waterkeringen in beheer bij het Rijk, is vastgelegd in bijlage III en is op een aantal locaties aangepast.
Bij Ameland en op een aantal locaties bij waterkeringen in beheer bij het Rijk in Zeeland zijn buitenbeschermingszones binnen de beperkingengebieden gebracht. Aanpassingen zijn doorgevoerd bij die keringen waar het ‘voorland’ onlosmakelijk gerelateerd is aan de normering van de kering vanwege de golfbrekende werking (zie afbeeldingen 1 en 2).
Een deel van de Maasvlakte is toegevoegd aan het beperkingengebied Noordzee buiten de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn. Dit betreft een correctie waarmee de kaart in lijn is gebracht met artikel 3.4 van de voorheen geldende Waterregeling (zie afbeeldingen 3 en 4). Ook de Zandmotor is toegevoegd aan de Noordzee, omdat daar de regels voor het beperkingengebied Noordzee buiten de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn gelden.
De geometrische begrenzing van het beperkingengebied Noordzee betreffende de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn is aangepast aan de daadwerkelijke situatie in plaats van aan een berekende lijn. Aan de landwaartse kant is een strook van 100 meter toegevoegd (zie afbeeldingen 5 en 6). Het gebied van de Zandmotor is verwijderd, omdat daar de regels gelden voor het beperkingengebied Noordzee buiten de zone tussen de duinvoet en de laagwaterlijn.
In de beperkingengebieden wegen in beheer bij het Rijk zijn wijzigingen aangebracht als gevolg van:
In de beperkingengebieden wegen in beheer bij het Rijk waren de ondergrondse objecten nog niet meegenomen. Onder delen van de weg zijn maatregelen/constructies/objecten aangebracht om de stabiliteit van de weg of de bijbehorende kunstwerken te waarborgen. Het gaat dan bijvoorbeeld om folies tegen opdrukkend grondwater of vliesconstructies. Ook was een aantal bermsloten niet opgenomen in de beperkingengebieden. Aantasting van deze objecten kan de stabiliteit van de weg in gevaar brengen. Het opnemen van deze (ondergrondse) objecten in het beperkingengebied leidt tot kleine wijzigingen van de geometrische begrenzing van het beperkingengebied. Die wijzigingen betreffen veelal locaties die heel dicht om de weg liggen. De grootste wijzigingen liggen bij onderstaande zes locaties:
1. |
A27 zuidoostkant bij afrit 35 |
bermsloot |
2. |
A16 bij Breda knooppunt Klaverpolder |
bermsloot |
3. |
A12 afslag 9 bij Zevenhuizen |
verticale drainage |
4. |
A32 bij Grouw |
verticale drainage |
5. |
A12 kruising N209 bij Zoetermeer |
folie |
6. |
A4 afslag 26 richting Tholen |
folie |
In onderstaande afbeeldingen 7, 8 en 9 worden ter illustratie voorbeelden getoond van de aanpassingen in de geometrische begrenzing die hiervan het gevolg zijn.
Na de consultatie is bij kwaliteitscontrole gebleken dat nog een beperkt aantal kleine aanpassingen in de beperkingengebieden nodig waren als gevolg van ondergrondse objecten. Deze zijn in de publicatieversie verwerkt.
Naast aanpassingen vanwege ondergrondse objecten en bermsloten zijn ook alle datacorrecties die de afgelopen tijd in de bronbestanden zijn aangebracht, bijvoorbeeld als gevolg van kwaliteitscontroles, in de nieuwe geometrische begrenzingen verwerkt. Deze aanpassingen leiden niet tot significante wijzigingen in de geometrische begrenzing van beperkingengebieden wegen in beheer bij het Rijk.
In de beperkingengebieden hoofdspoorwegen zijn wijzigingen aangebracht als gevolg van:
Als nieuwe infrastructuur is aangelegd, is het nodig om het bijbehorende beperkingengebied geometrisch te begrenzen. Dit is onder andere gebeurd in Groningen (zie afbeelding 10) en Zwolle. In afdeling 3.2 van het Omgevingsbesluit is een beperkingengebied rond deze nieuwe infrastructuur vastgelegd, dat geldt totdat in de Omgevingsregeling het beperkingengebied geometrisch wordt begrensd (zie artikel 3.2 Omgevingsbesluit zoals ingevoegd door het Invoeringsbesluit Omgevingswet). Door deze aanpassing van de Omgevingsregeling kunnen deze gebieden ook in het Digitaal Stelsel Omgevingswet worden getoond.
Ook zijn aanpassingen in de beperkingengebieden hoofdspoorwegen gedaan vanwege aanpassing aan de bestaande infrastructuur. Dat is bijvoorbeeld gebeurd bij Station Driebergen-Zeist (zie afbeelding 11).
In bepaalde gebieden zijn beperkingengebieden verkleind, omdat op die plekken onderdelen van de hoofdspoorwegen zijn gesaneerd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij station Zwolle (zie afbeelding 12) en bij station Groningen.
In de Omgevingsregeling zijn de beperkingengebieden hoofdspoorwegen geometrisch begrensd. Op grond van artikel 2 van de Spoorwegwet wordt een spoorweg door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat als hoofdspoorweg aangewezen, als de spoorweg uitsluitend of overwegend bestemd is voor het verrichten van openbaar personenvervoer of goederenvervoer ten behoeve van internationale, nationale of regionale verbindingen en de Staat rechthebbende is ten aanzien van de spoorweg dan wel een beheerder een recht van gebruik, huur of pacht heeft. Naast hoofdspoorwegen kent Nederland ook lokale spoorwegen en bijzondere spoorwegen. Op bijvoorbeeld rangeerterreinen kunnen verbindingen liggen tussen het hoofdspoor en lokaal of bijzonder spoor. Als gevolg van het verleggen van wissels of het veranderen van de functie van het spoor, kan het zo zijn dat bepaalde spoorverbindingen niet meer onder de definitie van hoofdspoorweg vallen. Ook in deze gevallen moet de geometrische begrenzing van het hoofdspoornet worden aangepast. Een voorbeeld hiervan is een aanpassing die gedaan is in het Havengebied Rotterdam (zie afbeelding 13).
Na de consultatie is een aanpassing gedaan in het gebied nabij de Theemsweg in het havengebied van Rotterdam. Naar aanleiding van een reactie van het havenbedrijf Rotterdam is gebleken dat een gedeelte van het spoor ten onrechte niet als hoofdspoor was aangemerkt. Dit is hersteld.
Tenslotte zijn datacorrecties die de afgelopen tijd in de bronbestanden zijn aangebracht, bijvoorbeeld als gevolg van kwaliteitscontroles, in de nieuwe geometrische begrenzingen verwerkt. Deze aanpassingen leiden niet tot significante wijzigingen in de beperkingengebieden hoofdspoorwegen.
Tijdens de consultatie is uit een kwaliteitscontrole van de bronbestanden, een fout gebleken in het beperkingengebied van de Betuwe route bij Kesteren – Tiel – Meteren/Geldermalsen. De beschermingszone was daar onterecht onderbroken. Dit is hersteld. Het beperkingengebied als geheel stond wel correct vermeld in de consultatieversie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2021-34775.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.