Voorbereidingsbesluit Hoogspanningsstation omgeving Sloegebied

De Minister van Klimaat en Groene Groei in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

gelet op artikel 4.16 lid 2 van de Omgevingswet

overwegende,

dat het met het oog op de voorbereiding van een projectbesluit voor Hoogspanningsstation omgeving Sloegebied gericht op het stellen van regels in het omgevingsplan van de gemeente Borsele, wenselijk is te voorkomen dat zich in het gebied van het projectbesluit ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het doel van die regels;

hiertoe in de Omgevingswet de mogelijkheid wordt geboden een voorbereidingsbesluit te nemen;

Besluiten:

Artikel I

Te verklaren dat voor het gebied, zoals dat in Bijlage I bij dit besluit is opgenomen, een projectbesluit als bedoeld in artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet wordt voorbereid gericht op het stellen van regels in het omgevingsplan van de gemeente Borsele voor de realisatie van een 380kV-hoogspanningsstation inclusief de benodigde kabeltracés voor de aansluiting van dit hoogspanningsstation op het landelijk hoogspanningsnetwerk, en het aanpassen van het 150kV-hoogspanningsnetwerk indien noodzakelijk voor de aansluiting van het 380kV-hoogspanningsstation op het landelijke hoogspanningsnet.

Artikel II

Ten behoeve van het project het omgevingsplan van de gemeente Borsele te wijzigen met de voorbeschermingsregels, zoals in Bijlage 1 bij dit besluit zijn opgenomen.

Artikel III

Na bekendmaking van dit besluit in de Staatscourant, treedt dit besluit direct in werking.

's Gravenhage, 12 november 2024

Aldus besloten

w.g.

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei

w.g.

M.C.G. Keijzer

Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Bijlage 1 artikel II

Voorbeschermingsregels hoogspanningsstation omgeving Sloegebied

Voorrangsbepaling

Deze voorbeschermingsregels gelden aanvullend op de regels van het omgevingsplan van de gemeente Borsele. Voor zover de regels van het omgevingsplan van de gemeente Borsele in strijd zijn met deze voorbeschermingsregels, gelden primair de voorbeschermingsregels.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1.1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Voor de begrippen die in deze regels gebruikt worden, wordt verwezen naar bijlage II.

Artikel 1.2 Doelen

De voorbeschermingsregels hebben tot doel het creëren en behouden van ruimte voor de ontwikkeling van een 380kV-hoogspanningsstation met bijbehorende verbindingen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

Artikel 2.1 Vergunningplicht ruimtelijke activiteiten

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende activiteiten te verrichten in het projectgebied :

    • a.

      het bouwen, in stand houden en gebruiken van bouwwerken.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de omgevingsplanactiviteiten naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister van Klimaat en Groene Groei, alsmede de toekomstige beheerder van het hoogspanningsstation dat onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op ruimtelijke bouwactiviteiten die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • c.

      worden uitgevoerd in het kader van de inpassingsplannen 'Net op zee IJmuiden Ver Alpha' en 'Net op zee Nederwiek 1'.

Artikel 2.2 Vergunningplicht uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

    • a.

      het aanbrengen of rooien van hoogopgaande of diepwortelende beplantingen en bomen;

    • b.

      het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;

    • c.

      het indrijven van voorwerpen in de bodem;

    • d.

      het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;

    • e.

      het permanent opslaan van goederen;

    • f.

      het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.

  • 2.

    De omgevingsvergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien de werken en werkzaamheden naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister van Klimaat en Groene Groei alsmede de toekomstige beheerder van het hoogspanningsstation dat onderdeel gaat uitmaken van het projectbesluit.

  • 4.

    Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

    • a.

      het normale onderhoud en beheer betreffen ten dienste van de functies en activiteiten die op grond van het omgevingsplan zijn toegelaten;

    • b.

      reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van deze voorbeschermingsregels in overeenstemming met de op dat moment geldende toepasselijke regelgeving;

    • c.

      worden uitgevoerd in het kader van de inpassingsplannen 'Net op zee IJmuiden Ver Alpha' en 'Net op zee Nederwiek 1'.

Artikel 2.3 Vergunningplicht wijziging gebruik

  • 1.

    Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning het gebruik van gronden en bouwwerken te wijzigen.

  • 2.

    De vergunning, bedoeld in het eerste lid, wordt geweigerd indien het voorgenomen gebruik naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maakt voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan.

  • 3.

    Het bevoegd gezag raadpleegt ten behoeve van het oordeel, bedoeld in het tweede lid, de Minister van Klimaat en Groene Groei alsmede de toekomstige beheerder van het hoogspanningsstation dat onderdeel uitmaakt van het projectbesluit.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 3.1 Algemene beoordelingsregels aanvraag omgevingsvergunning

  • 1.

    Een omgevingsvergunning voor het verrichten van een omgevingsplanactiviteit, kan in ieder geval worden geweigerd in het belang van de doelen als opgenomen in artikel 1.2.

  • 2.

    Voor een activiteit waarvoor overeenkomstig de daarop toepasselijke beoordelingsregels, bedoeld in hoofdstuk 2, geen omgevingsvergunning kan worden verleend, of die niet overeenkomstig de voor de activiteit geldende algemene regels in dit hoofdstuk kan worden uitgevoerd, kan een omgevingsvergunning worden verleend als wordt voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      er zijn geen geschikte alternatieven; en,

    • b.

      de doelen zoals benoemd in artikel 1.2.

Artikel 3.2 Eerbiedigende werking

  • 1.

    Een bestaande activiteit die in strijd is met de voorbeschermingsregels, mag worden voortgezet.

  • 2.

    Het is verboden een strijdige activiteit zoals bedoeld in het eerste lid te veranderen, tenzij:

    • a.

      door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;

    • b.

      de activiteit hiermee in overeenstemming met de voorbeschermingsregels wordt gebracht.

Bijlage II Begrippen

bestaand

bij bebouwing:bebouwing zoals legaal aanwezig op het tijdstip van vaststelling van de voorbeschermingsregels, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip verleende omgevingsvergunning;



bij gebruik: gebruik zoals legaal aanwezig op het tijdstip van inwerkingtreding van de voorbeschermingsregels.

Algemene toelichting

Toelichting op de regeling

De voorbeschermingsregels waarmee het omgevingsplan wordt gewijzigd, bestaan uit regels en geografische informatieobjecten (locaties), vergezeld van een toelichting en bijlagen. De regels en de geografische informatieobjecten vormen het juridisch bindende deel. De voorbeschermingsregels zijn gericht op het voorkomen dat zich in het gebied van het in voorbereiding zijnde projectbesluit Hoogspanningsstation omgeving Sloegebied ruimtelijke ontwikkelingen voordoen die het gebied minder geschikt maken voor de verwezenlijking van het project. De toelichting heeft geen bindende werking, maar heeft wel een belangrijke functie bij de uitleg van de regels.

Opbouw van de regels

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 1.1: Begripsbepalingen. De bijlage bij dit artikel bevat alle noodzakelijke begripsbepalingen. Hierdoor wordt de interpretatie van de diverse begrippen vastgelegd, waardoor de duidelijkheid wordt vergroot;

  • Artikel 1.2: Doelen. Dit artikel bevat de doelen in verband waarmee regels zijn gesteld die het omgevingsplan wijzigen.

Hoofdstuk 2 Voorbeschermingsregels

In hoofdstuk 2 zijn de vergunningplichtige activiteiten opgenomen die de locatie minder geschikt kunnen maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan. Hierbij wordt het volgende stramien gevolgd:

  • de aanwijzing van vergunningplichtige activiteiten op basis van artikel 4.14, derde lid onder a Omgevingswet;

  • de beoordelingsregels waaraan een aanvraag voor de betreffende activiteit wordt getoetst. In dit kader vindt de afweging plaats of de aangevraagde activiteit naar het oordeel van het bevoegd gezag de locatie minder geschikt maken voor de verwezenlijking van de bij het in voorbereiding zijnde projectbesluit daaraan te geven regels in het omgevingsplan;

  • de aanwijzing van een bestuursorgaan of andere instantie die in de gelegenheid worden gesteld om aan het bevoegd gezag advies uit te brengen over een aanvraag op basis van artikel 4.14, derde lid onder c Ow.

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Dit hoofdstuk omvat twee artikelen:

  • Artikel 3.1: Dit artikel bevat de algemene beoordelingsregels voor een aanvraag omgevingsvergunning, bestaande uit algemene weigeringsgronden maar ook nadere afwegingsruimte om een omgevingsvergunning juist wel te kunnen verlenen.

  • Artikel 3.2: In dit artikel is het overgangsrecht (eerbiedigende werking) opgenomen.

Besluit Motivering

1. Inleiding

Tennet TSO B.V. (hierna: TenneT) wil ter plaatse van de Liechtensteinweg in de gemeente Borsele een 380kV-hoogspanningsstation realiseren. Hiermee wordt beoogd de noodzakelijke infrastructuur te creëren voor de transitie naar een duurzame energievoorziening. Het bestaande 380kV-hoogspanningsstation Borssele zit na aansluiting van het project 'Net op zee IJmuiden Ver Alpha' aan de maximale capaciteit en heeft geen fysieke ruimte meer voor uitbreiding. Om te voorzien in de toenemende elektriciteitsvraag als gevolg van verduurzaming van de industrie, en om toekomstige aansluitingen van duurzame initiatieven mogelijk te maken is een nieuw 380kV-hoogspanningsstation nodig.

Op grond van artikel 5.44, eerste lid, van de Omgevingswet (hierna: Ow) en artikel 20a van de Elektriciteitswet 1998 wordt het projectbesluit over het 380kV-hoogspanningsstation van dit project genomen door de Minister van Klimaat en Groene Groei (hierna: KGG) en de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (hierna: VRO). Bij die besluitvorming wordt de coördinatieregeling (afdeling 3.5 Awb) toegepast.

Op grond van artikel 4.16, tweede lid, gelezen in samenhang met de artikelen 4.14, derde lid, en 4.15, vierde lid van de Ow zijn de bovengenoemde ministers bevoegd gezamenlijk een voorbereidingsbesluit te nemen. In dit voorbereidingsbesluit verklaren de ministers dat voor het gebied, bedoeld in bijlage 1, een projectbesluit wordt voorbereid. Doel van het voorbereidingsbesluit is dat gebied te vrijwaren van ruimtelijke ontwikkelingen die aan verwezenlijking van het doel van het projectbesluit in de weg kunnen staan.

Op grond van artikel 4.16, vijfde lid, van de Ow vervalt dit voorbereidingsbesluit binnen een jaar en zes maanden of, als binnen die termijn het projectbesluit is bekendgemaakt, op het tijdstip waarop het projectbesluit in werking treedt of is vernietigd.

2. Het gebied

Het gebied waarop dit voorbereidingsbesluit betrekking heeft (hierna: het regelingsgebied) betreft de beoogde stationslocatie aan de Liechtensteinweg en de hiervoor benodigde kabeltracés. Het regelingsgebied is neergelegd op de kaart die bij dit besluit hoort en die als bijlage (in pdf) is te raadplegen in de Staatscourant of via www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten. Het regelingsgebied is als volgt tot stand gekomen. Om te komen tot een geschikte locatie voor het hoogspanningsstation is een milieueffectrapportage en een Integrale Effectenanalyse opgesteld, deze zijn te raadplegen via www.rvo.nl/onderwerpen/bureau-energieprojecten. Hierin zijn de effecten van verschillende potentiële hoogspanningsstationslocaties in kaart gebracht. Op basis van die informatie is een afwegingsnotitie voorkeursalternatief opgesteld. Deze keuze voor het voorkeursalternatief door middel van deze afwegingsnotitie is geen formele procedurestap. Ook heeft de keuze voor het voorkeursalternatief geen juridische binding totdat deze in een projectbesluit (of ander juridisch besluit) is neergelegd. De effecten zijn in de afwegingsnotitie voorkeursalternatief tegen elkaar afgewogen, hieruit is naar voren gekomen dat het regelingsgebied de meest geschikte locatie is voor een 380kV-hoogspanningsstation.

Een complete motivering van de uiteindelijke ligging en tracering van dit project zal te zijner tijd door de ministers worden opgenomen bij het ontwerp-projectbesluit. Dat ontwerp-projectbesluit wordt in een later stadium ter inzage gelegd; een ieder kan op dat moment op alle aspecten van het project en de gemaakte keuzes zijn zienswijze indienen. Daarna wordt het projectbesluit vastgesteld, waartegen beroep mogelijk is. De keuzes die ten grondslag liggen aan het regelingsgebied waarop dit voorbereidingsbesluit betrekking heeft, zijn niet definitief en niet bindend voor het projectbesluit. Dit voorbereidingsbesluit dient als tijdelijke reservering. Met het voorbereidingsbesluit worden dus geen onomkeerbare beslissingen over het project genomen.

2.1. Gereserveerde zone hoogspanningsstation

De gereserveerde zone voor het 380kV-hoogspanningsstation heeft een oppervlakte van ongeveer 120.000 m 2 . Hierbij is enige marge aangehouden om flexibiliteit te behouden voor mogelijke aanpassingen. Als bij aanpassing van het project de locatie van het hoogspanningsstation buiten de gereserveerde zone komt te liggen dan biedt het voorbereidingsbesluit geen bescherming tegen andere ruimtelijke ontwikkelingen.

2.2. Gereserveerde zone kabeltracés

De gereserveerde zone is op sommige plekken 200 meter breed. Dit is breder dan het uiteindelijke projectgebied in het projectbesluit zal zijn. Deze marge is gekozen zodat in het verdere ontwerpproces nog flexibiliteit bestaat voor aanpassingen. Overigens zijn – zoals hiervoor aangegeven – ook nog aanpassingen mogelijk buiten de gereserveerde zone, maar het voorbereidingsbesluit beschermt daar niet tegen andere ruimtelijke ontwikkelingen.

3. Noodzaak voorbeschermingsregels

Dit voorbereidingsbesluit heeft tot gevolg dat in het regelingsgebied waarvoor het voorbereidingsbesluit geldt, omgevingsplanactiviteiten en het verrichten van bouwactiviteiten op grond van artikel 4.14, derde lid, van de Omgevingswet worden beperkt. Naar het oordeel van de ministers zijn deze beperkingen redelijkerwijs noodzakelijk om te voorkomen dat het regelingsgebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking van de daaraan bij het projectbesluit te geven regels. Het projectbesluit is bedoeld om een complex energieproject met een nationaal belang mogelijk te maken en zo ruimte te creëren voor de transitie naar een duurzame energievoorziening. De regels van dit voorbereidingsbesluit zorgen ervoor dat er tussentijds geen activiteiten plaatsvinden binnen het regelingsgebied die de realisatie van dat energieproject kunnen bemoeilijken. Dit leidt tevens tot een versnelling en verbetering van de besluitvorming over het energieproject ter plaatse van het regelingsgebied.

Naar boven