Waterschapsblad van Hoogheemraadschap van Rijnland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Hoogheemraadschap van Rijnland | Waterschapsblad 2025, 6007 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Hoogheemraadschap van Rijnland | Waterschapsblad 2025, 6007 | ruimtelijk plan of omgevingsdocument |
Deze publicatie bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst. Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De publicatie wordt standaard getoond met verschilmarkering. Door te kiezen voor ‘Was’ of ‘Wordt’ kunt u de voormalige of vernieuwde tekst op zichzelf bekijken.
Toon versie van document
Dit document bevat verschilmarkering t.o.v. eerdere regelingtekst.
Tekst en afbeeldingen die worden toegevoegd zijn onderstreept en groen gemarkeerd, of van een groen kader voorzien. Tekst en afbeeldingen die worden verwijderd zijn doorgestreept en rood gemarkeerd, of van een rood kader voorzien.
De beoordelingsregels voor een andere manier van waterberging te vereenvoudigen, door de gebiedsafhankelijke regels af te schaffen en één set regels voor heel Rijnland vast te stellen.
De beoordelingsregels voor de andere manier van waterberging aan te vullen met:
a. het uitgangspunt dat een waterberging binnen 100 uur leeg moet zijn;
b. de verplichting dat neerslag van het nieuw hard oppervlak naar de waterberging stroomt;
c. een bevoegdheid voor D&H om bij een grotere waterberging een uitzondering te kunnen maken op de maximale afvoer en tijd waarbinnen de waterberging leeg moet zijn;
d. het uitgangspunt dat de waterberging eerder dan of tegelijk met het hard oppervlak moet worden gemaakt; en;
e. een bevoegdheid voor D&H om een uitzondering te kunnen over het moment waarop de waterberging in werking moet zijn.
De grens waarbij de verplichting geldt om een plangebied geschikt te maken voor een schommelend waterpeil te verleggen van 5.000m² naar 50.000m² toename hard oppervlak.
Hiervoor de Waterschapsverordening de Rijnlandse Keur in ontwerp te wijzigen zoals weergegeven in Bijlage A.
Leiden, 11 maart 2025
Dijkgraaf en hoogheemraden,,
R.A.M. van der Sande,
dijkgraaf
M. Middendorp,
secretaris
A
Artikel 2.18 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
B
Artikel 41.6a wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Is de toename van hard oppervlak in het plangebied meer dan 5000 m², dan maakt de initiatiefnemer, als het redelijkerwijs mogelijk is, het nieuwe oppervlaktewater geschikt voor een flexibel waterpeil met een verschil van 30 centimeter tussen het hoogste en laagste peil.
Als de toename van hard oppervlak in het plangebied meer dan 50.000 m² is, richt de initiatiefnemer het plangebied zo in dat het waterpeil onder normale omstandigheden 30 cm kan schommelen.
Lid 1 geldt alleen als het redelijk is om dit van de initiatiefnemer te vragen.
C
Subparagraaf 41.1.2.3 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
[Vervallen]
Als de neerslag van een nieuw hard oppervlak niet in het oppervlaktewater terecht kan komen, staat Rijnland een andere manier van waterbergen toe.
Rijnland staat een andere manier van waterberging toe als:
niet meer dan 50.000 m2 hard oppervlak wordt gemaakt; of
meer dan 50.000 m2 hard oppervlak wordt gemaakt waarbij:
de compensatie voor minimaal 80% bestaat uit nieuw oppervlaktewater of voor minimaal 80% wordt afgeschreven van een Berging Rekening Courant; of
wanneer deze 80% niet redelijk is, de compensatie zo veel als mogelijk bestaat uit nieuw oppervlaktewater of zo veel als mogeijk wordt afgeschreven van een Berging Rekening Courant.
[Vervallen]
Rijnland staat een andere manier van waterbergen toe als:
[Vervallen]
Rijnland staat een andere manier van waterbergen toe als:
[Vervallen]
Rijnland staat een andere manier voor waterbergen toe als:
Als neerslag in het oppervlaktewater kan komen, dan kan de waterberging minimaal 55 liter per m² toename hard oppervlak bergen.
De waterberging kan minimaal 55 liter per m² toename hard oppervlak bergen.
De afvoer van de waterberging is 0,6 liter per uur per m² toename hard oppervlak .
De waterberging leegt met een maximaal debiet van 0,6 liter per uur per m² toename hard oppervlak naar het oppervlaktewater.
De waterberging moet binnen 100 uur leeg zijn.
De neerslag die op het nieuw hard oppervlak valt, stroomt naar de waterberging.
Als de waterberging groter is dan 55 liter per m² kunnen dijkgraaf en hoogheemraden afwijken van de voorwaarden uit lid 2 en lid 6.
D
Artikel 41.19 wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
De waterberging moet eerder dan of tegelijk met het hard oppervlak worden gemaakt.
Het nieuwe oppervlaktewater is maximaal 5 jaar voor de melding voor het maken van hard oppervlak gemaakt.
Het nieuwe oppervlaktewater is niet gemaakt om te voldoen aan een andere verplichting.
Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen met een maatwerkvoorschrift afwijken van lid 1a als:
E
Bijlage II wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/f43e0fe8-bcaa-4cfa-95e6-6b6b45c2c7ef/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/070a41f7-3fa3-4f2b-9045-95a7ab24da36/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/ef45989b-7291-4a3c-abf5-2398451e1b25/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6b6b2f15-c808-437c-b921-6498bd5e781c/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b8eed631-f897-42ea-96f4-dc9fb2211006/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/252fc30d-b8f7-4cd6-ab73-33bb0d4e4526/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9ea9941c-a246-4712-a33a-6890d51a963e/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d35b0d62-0eee-4376-8fa8-d67c8b8db279/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/0cb6a53a-fc6a-4795-9021-e7afc35c1251/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/287c0896-0ecb-4276-8241-22abda3d7cfb/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/290242df-79ab-4ebd-8049-044e85631190/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/3bf453ba-6189-4d18-9c53-f1d1428de0f5/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4c6e0c4b-b4c1-4825-bf1e-a6a53c9a01b9/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6f2723c1-ec0e-417f-a447-37d0902caa7e/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4eea8d4a-413b-4011-b797-da16c3c2933e/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b046ca3c-671e-4947-bf9b-62f58222908e/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/01294f65-0f64-491a-a900-02b69a2d00f9/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8bf0e11a-9d18-4967-b2e7-a51ae2622c99/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/589c651a-422e-4c0d-90b4-6d5068791aa4/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/490dc685-2af3-4a34-ab6d-75ffd3fdcd12/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bf19282-3352-4a36-9b2d-6a4cd91cdb8c/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/4bccbff8-2633-4ec5-8ec2-1ea286303b80/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/1066213f-f2fb-46d6-be2f-21261e984df8/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2024‑10‑25/e14876e6-45ce-4168-95e2-3c719cc3761c/nld@2024‑10‑25;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fab8f24e-c30b-41af-9c42-833288654284/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/641c0e66-32ec-488b-885c-26afdd615a1e/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/fd102c03-73b9-4c99-bd81-d5c407624db2/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/35e11fe9-3062-4505-98b8-5a93461e43ea/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2024‑10‑25/f5265638-7b5d-41dd-80bf-5e317474e030/nld@2024‑10‑25;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/8e5ecfa8-6f01-4249-9751-290bfa9eba11/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/409ff4b0-4395-469e-8a77-2c0180b8de12/nld@2024‑10‑25;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/be509b21-58ea-4467-bf1f-bce14ca722dc/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7912b13c-4bb9-46e6-8262-c5263bf5dfcf/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/b1b0c621-7765-4ef6-a61f-51bc8dcb25e0/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/9515baa6-512b-4056-b843-4b2cef7b6568/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/7718727b-d92d-41ee-9bdb-9fac98d043dd/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/48350dff-d419-4817-ae47-bdb65d8941dc/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/457d7724-f898-4836-87bf-058fbe828403/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/efb8df1b-acc7-49fb-b400-a806f901868f/nld@2023‑11‑02;1
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/a1f1835f-fd77-4456-97d9-b54618c535b9/nld@2024‑10‑25;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/bb048a58-18d1-4a40-a90b-162c51a8791c/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/d5562f5e-3668-485a-aa4a-200da95441b1/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/c25e12f4-d8c4-4813-aea4-5f6fb4032b99/nld@2024‑05‑28;2
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/c25e12f4-d8c4-4813-aea4-5f6fb4032b99/nld@2025‑03‑11;3
/join/id/regdata/ws0616/2023‑11‑02/6bcc966a-c025-4b6c-af2c-088b7744723b/nld@2024‑10‑25;2
F
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Op deze kaart staan gebieden waar Rijnland een andere manier van waterberging kan goedkeuren. Meestal betekent waterberging dat water in open water wordt vastgehouden, of vertraagd wordt afgevoerd. Maar Rijnland kan het ook goedvinden als water bergen op een andere manier gebeurt. Bijvoorbeeld via wadi’s, bassins, polderdaken en bergingskelders.
Vervallen
G
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een waterpeil dat onder normale omstandigheden kan schommelen, helpt Rijnland bij het tegengaan van wateroverlast en droogte. Meer dan een strak, vast waterpeil.
Een plangebied kan beter tegen droge perioden als de neerslag langer in het watersysteem blijft. Dat kan met een waterpeil dat tijdelijk hoger staat. Door verdamping kan het waterpeil in droge perioden ook juist tijdelijk lager staan.
Bij neerslag helpt het als het waterpeil kan stijgen zonder dat overlast optreedt en we gelijk onze gemalen moeten starten. We houden dan het water vast in het gebied, waar het ook op natuurlijke manier verdampt, gebruikt wordt of alsnog wordt weggepompt.
Daarom geldt in een plangebied met een toename aan hard oppervlak van meer dan 50.000 m² een extra regel. De initiatiefnemer zorgt dan dat in het nieuwe gebied het waterpeil voor een langere tijd hoger of lager kan staan. Dat kan zijn voor twee typen schommelend waterpeil:
Flexibel peil: op een natuurlijke manier schommelend waterpeil. In de zomer is het waterpeil vaak laag. In de winter is het waterpeil vaak hoog.
Dynamisch peil: een door Rijnland actief gestuurd schommelend waterpeil. Het waterpeil verandert vaker en sneller dan in type 1. Rijnland kan bijvoorbeeld voor enkele dagen of weken het waterpeil hoog of laag laten staan.
Welk type peilbeheer zal gaan gelden hangt af van veel gebiedskenmerken en wordt samen met het waterschap verkend. Afstemming is ook nodig voor de minimale en maximalen waterpeilen. Als basis kan de initiatiefnemer uitgaan van 30 cm schommeling van het peil rondom het huidige vaste peil, of rondom de huidige zomer- en winterpeilen. Als het niet mogelijk is om onder normale omstandigheden 30 cm te schommelen, moet in samenspraak met Rijnland een haalbaar verschil worden bepaald. Dit kan voorkomen in deels bebouwde gebieden met een kleine drooglegging.
Een plangebied kan beter tegen droge periodes als de neerslag langer wordt vastgehouden in het oppervlaktewater. Een flexibel waterpeil helpt daarbij, omdat een tijdelijk hoger waterpeil dan mogelijk is. Of het redelijk is om een wisselend waterpeil te eisen, hangt af van de lokale omstandigheden. Rijnland beoordeelt dit per situatie.
H
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Soms maakt een initiatiefnemer een waterberging die geen afvoer heeft naar oppervlaktewater. Bijvoorbeeld een kratjes-systeem onder een parkeerterrein, of wadi’s in een gebied op zandgrond. Omdat er geen neerslag naar oppervlaktewater stroomt, kan Rijnland dat toestaan. Een initiatiefnemer moet wel voorkomen dat via zo’n waterberging op een andere manier toch neerslag naar het oppervlaktewater kan stromen. Rijnland kan hiervoor eisen opnemen in de vergunning. Een voorbeeld van zo’n eis is een (iets) verhoogd grondlichaam rondom een parkeerterrein.
Vervallen
I
Na sectie 'Toelichting op artikel 41.8: Neerslag komt niet in oppervlaktewater' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Bij grote projecten maakt een initiatiefnemer meer dan 50.000 m² nieuw hard oppervlak. Nieuw oppervlaktewater graven kan bijna altijd. Rijnland wil daarom bij deze grote oppervlakken dat de nieuwe waterberging voor minimaal 80% nieuw oppervlaktewater is. Als deze 80% niet redelijk is, dan kan Rijnland ook een kleiner deel toestaan. Bijvoorbeeld als het op de locatie niet mogelijk is om oppervlaktewater te graven, of als het niet mogelijk is om nieuw gegraven oppervlaktewater aan te sluiten op het bestaande oppervlaktewater. Zo maakt en houdt Rijnland het watersysteem sterk.
J
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Bij grote projecten maakt een initiatiefnemer meer dan 50.000 m² nieuw hard oppervlak. Hierbij kan bijna altijd nieuw oppervlaktewater worden gegraven. Bij deze grote oppervlakken moet de nieuwe waterberging daarom voor minimaal 80% nieuw oppervlaktewater zijn. Zo maken en houdt Rijnland het watersysteem sterk.
Vervallen
K
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
In sommige peilvakken is weinig oppervlaktewater aanwezig. Daar staat Rijnland geen andere manier van waterbergen toe. Zo zorgt Rijnland dat er voldoende oppervlaktewater aanwezig blijft in het hele watersysteem. Er is één uitzondering: Alleen als het graven van nieuw oppervlaktewater écht niet mogelijk is, staat Rijnland een andere manier van waterbergen toe.
Vervallen
L
Het volgende opschrift wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
M
De volgende sectie wordt op de aangegeven wijze gewijzigd:
Een waterberging voorkomt dat neerslag van het harde oppervlak te snel in het oppervlaktewater stroomt. Daarom is er een eis voor de maximale afvoersnelheid vanuit de waterberging.
Deze eis geldt niet voor een overstort of infiltratie in de bodem. Deze overstort of infiltratie mag een hoger debiet hebben. Een overstort mag alleen water afvoeren als de berging vol is.
N
Na sectie 'Toelichting op artikel 41.12, tweede lid' worden drie secties ingevoegd, luidende:
O
Voor sectie 'Toelichting op artikel 41.19, eerste lid' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
P
Na sectie 'Toelichting op artikel 41.19, tweede lid' wordt een sectie ingevoegd, luidende:
Soms is het niet mogelijk om de nieuwe waterberging eerder of tijdens het maken van het hard oppervlak te maken. Als dit geen wateroverlast veroorzaakt, kan Rijnland toestaan dat de initiatiefnemer de nieuwe waterberging later maakt. De nieuwe waterberging moet wel worden gemaakt binnen 3 maanden na het maken van het hard oppervlak.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/wsb-2025-6007.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.